Weetjes van een wetenschapsjournalist
Archief

mei 2022

m

Waarom dagdromen meer nut heeft dan je denkt

W
dagdromen-goed

Ik ben nogal een dagdromer. Dat is altijd al zo geweest. Het volgende verhaal moet ik al mijn hele leven aanhoren. Als vierjarige liep ik op een dag met mijn moeder naar school. En op elke straathoek deed ik net alsof ik iets oppakte.

‘Wat ben je aan het doen?’, vroeg ze. Ik antwoordde dat ik vuilniszakken aan het ophalen was. Je raadt het misschien al: ik kon me destijds geen mooier beroep voorstellen dan vuilnisman (dat had te maken met dit liedje van André van Duin).

Later kreeg ik vooral op mijn kop als ik op school zat te dagdromen. Mijn hele vraag ik me dan ook al af: heeft dagdromen eigenlijk enig nut voor een mens, of is het een onzinnig tijdverdrijf? Hierover sprak ik onlangs met een wetenschapper die expert is op het gebied van dagdromen.

Dagdromen: waarom doen we het?

 ‘Ik zat als kind ook vaak te dagdromen’, zegt psycholoog Scott Barry Kaufman. ‘Ik werd gepest door andere scholieren en daardoor leefde ik een beetje in mijn eigen wereld. Ik fantaseerde ik dat ik meespeelde in soapseries, maar ook dat ik later praatjes zou geven voor groepen mensen.’ 

Op dit moment geeft Kaufman als psycholoog inderdaad vaak lezingen op universiteiten en bij bedrijven. En ze gaan meestal over dagdromen. In 2013 publiceerde hij een groot overzicht van tientallen experimenten, waaruit blijkt dat afdwalende gedachten verrassend nuttig kunnen zijn voor je creativiteit en je carriere. Kortom: we moeten dagdromen niet langer zien als tijdverspilling. 

maakt het ons creatiever?

Nadat we hebben gedagdroomd bedenken we namelijk meer originele ideeën. Dat blijkt uit een wetenschappelijk experiment uit 2012 aan de Universiteit van Californië waarbij 144 proefpersonen bij een creativiteitstest zo veel mogelijk toepassingen moesten bedenken voor tandenstokers (bijvoorbeeld mikado-stokje of satéprikker) 

Na twee minuten brainstormen mochten de deelnemers pauze nemen. Sommige proefpersonen moesten zich blijven focussen, ze maakten een geheugentestje op de computer. Anderen hoefden helemaal niets te doen, ze rustten simpelweg uit en praatten wat met elkaar. Een derde groep kreeg een saaie taak in de pauze, waarbij ze alleen af en toe op een toets moesten drukken als ze een piepje hoorden. Vooral die laatste groep sloeg aan het dagdromen, omdat het klusje zo eentonig was. 

wie dagdroomt, denkt losser

Wat bleek? Toen de proefpersonen na de pauze nog een paar minuten nadachten over originele manieren om een tandenstoker te gebruiken, scoorden de proefpersonen die net hadden gedagdroomd verrassend goed. Ze bedachten aanzienlijk meer ideeën dan de deelnemers die zich tijdens de pauze hadden gefocust, of helemaal niets hadden gedaan. 

Volgens de onderzoekers is dat goed verklaarbaar: als je dagdroomt, ga je losser denken. Je schiet van de ene gedachte in de andere. Daardoor legt brein waarschijnlijk allerlei verbindingen tussen dromerige beelden in je hoofd en dingen waar je eerder over na hebt gedacht. 

dagdromen is goed voor je loopbaan

Maar dagdromen heeft mogelijk meer voordelen. Zo blijkt uit een studie van wetenschappers aan de Universiteit van Georgia dat kinderen die regelmatig mijmeren over hun toekomst, minder vaak spijbelen. Dat komt volgens de onderzoekers omdat deze kinderen meer gericht zijn op het waarmaken van hun dromen, zoals een goede baan. Ook ontdekten de onderzoekers dat mensen die op jonge leeftijd al een helder beeld hebben van hun toekomstige werk relatief veel succes hebben in hun carriere. 

Dat Scott Barry Kaufman vroeger al lezingen wilde geven, en dat nu ook daadwerkelijk doet, is volgens de psycholoog dan ook geen toeval. “Mijn eigen ervaringen hebben me laten zien dat dagdromen een krachtig middel is om te krijgen wat je wilt.”

Maar er zitten natuurlijk natuurlijk grenzen aan wat je met je verbeelding kunt bereiken: Kaufman’s dagdromen van een leven als soapster zijn immers nooit uitgekomen. 

Hoe vaak dagdromen we eigenlijk?

  • Gemiddeld denken mensen 49,5 procent van de tijd aan iets anders dan waar ze op dat moment mee bezig zijn. 
  • 42 procent van onze dagdromen gaan over leuke dingen
  • 26 procent van onze afdwalende gedachten hebben betrekking op vervelende zaken. 

Bron: Universiteit Harvard, Matthew Killingsworth

Goede daden: waarom anderen helpen goed is voor jouw stressniveau

G
goede daden

Word je gelukkiger als je goede daden verricht? En hoe op je goede ideeën om anderen te helpen? Zelf neem ik soms een pakketje voor de buren aan. En ik heb wel eens een onbekende geholpen met het schrijven van een sollicitatiebrief. Veel verder dan dat kom ik niet.

Maar enkele jaren terug schreef ik een artikel in de Volkskrant over iemand die hier een levensstijl van maakte: Rachel van de Pol. Wat deed zij dan?

Goede daden: op wat voor manieren kun je anderen helpen?

Zo maar een voorbeeldje. Rachel stond in 2014 met haar fiets bij een bushalte en vroeg aan een groepje wachtende mensen: “Kan ik iemand een lift geven?” Even later bracht ze een man die zijn bus had gemist op haar bagagedrager naar zijn werk. 

Het was geen impulsieve actie. Van de Pol had zichzelf uitgedaagd om een jaar lang elke dag een vreemde te helpen. “Het was een experiment. Ik wilde kijken of ik elke dag iemands leven positief kon beïnvloeden”, vertelde ze me.  

Het lukte haar. Op haar blog Ikreddewereld schreef ze 365 stukjes over haar goede daden, die elke dag anders waren. Ze droeg bijvoorbeeld boodschappentassen van ouderen, veegde de zadels van fietsen droog op het station, wiedde onkruid in stadplantsoenen, gaf vluchtelingen een computercursus en zeemde zelfs stiekem de ramen van haar buurvrouw. 

goede daden verminderen jouw stress

Maar met haar experiment hielp ze niet alleen vreemden. Wetenschappelijk onderzoek laatdat je ook zelf profiteert van goede daden. Door anderen onbaatzuchtig te helpen maak je jezelf namelijk stressbestendiger. Dat blijkt uit een studie van de Amerikaanse psychologe Emily Ansell van de Universiteit van Yale. 

Ansell liet 77 mensen tussen de 18 en 44 jaar oud twee weken lang een dagboek bijhouden, waarin ze al hun stressvolle activiteiten en hun stemming beschreven. Ook moesten ze elke aangeven of ze toevallig een goede daad hadden gedaan. “Niets groots, een deur openhouden voor iemand telde ook”, vertelt Ansell. 

De resultaten van het experiment waren opmerkelijk. Op de dagen waarop mensen vreemden de helpende hand toestaken, was hun stemming bovengemiddeld goed, zelfs als ze veel te maken hadden met stressvolle bezigheden, zoals drukte op het werk, jengelende kinderen, of ruzies met hun partner. 

Anderen helpen voor een Gelukshormoon

Volgens Ansell is het goed mogelijk dat het verrichten van goede daden zorgt voor de aanmaak van het gelukshormoon oxytocine, een stof die een kalmerend effect heeft op het lichaam. “Daardoor kunnen mensen daarna mogelijk beter omgaan met stress.” Meer onderzoek moet uitwijzen of het effect ook optreedt als je bewust goede daden verricht. “Als dat zo is, zou je misschien zelfs een soort altruïsme-kuur kunnen voorschrijven bij mensen die overspannen zijn.” 

Van de Pol voelde zich naar eigen zeggen geweldig tijdens haar experiment. Haar goede daden dreven de dagelijkse sleur naar de achtergrond. “Elke dag was een avontuur: wie ga ik nu weer helpen? En na afloop van elke goede daad had ik een heel voldaan gevoel.”

Zelfgebakken koekjes en sociale contacten

Maar ook haar sociale leven ging erop vooruit. “Ik ontmoette veel meer mensen en sloot vriendschappen.” Zo belde ze op de eerste dag van haar experiment met zelfgebakken koekjes aan bij de buren. “Tot dan toe had ik weinig contact met ze, nu hebben we een app-groep met alle buren en organiseren we regelmatig borrels.” 

Hoewel haar goede-daden-jaar inmiddels voorbij is, helpt ze nog regelmatig vreemden. “Ik gebruik het niet bewust tegen stress, maar ik merk wel dat ik me beter voel als ik een complimenteus briefje achterlaat in de trein voor de volgende passagier. Dat kan ik iedereen aanraden.”

Ideeën voor goede daden

Hieronder lees je 3 tips van goede daden-expert Rachel van de Pol: 

  1. Bak iets lekkers voor de buren
  2. Ruim zwerfafval op in je buurt (misschien doen er wel mensen mee)  
  3. Koop een kop koffie voor een straatkrantverkoper. 

In dit filmpje vertelt Rachel aan de EO hoe ze een jaar lang goede daden verrichte en anderen hielp.

Lees ook:
Hoe werkt je kortetermijngeheugen?
Met deze hardloopmuziek ga je sneller lopen


Het wereldrecord op de marathon: hoeveel sneller kan het nog?

H

Hoe hard moet je lopen om het wereldrecord op de marathon te verbreken? Dat hangt in zekere zin af van wanneer je bent geboren. 

De Amerikaanse hardloper Johnny Hayes kon nog relatief rustig aan doen. Hij liep in 1908 een chaotische race op de Olympische Spelen van Londen. Eerst leek hij tweede te worden. Maar koploper Dorando Pietri nam een verkeerde afslag en werd gediskwalificeerd. Daardoor liep Hayes naar het goud in een winnende tijd van 2 uur, 55 minuten en 18 seconden. En dat was destijds meteen ook het wereldrecord op de marathon. 

wereldrecord op de marathon

Het lijkt nu een slakkentempo. Het huidige wereldrecord staat op naam van de Keniaan Eliud Kipchoge. Hij liep de marathon van Berlijn in 2022 in een tijd van 2 uur, 1 minuut en 9 seconden. Ook de vrouwen lopen nu veel harder dan Johnny Hayes in 1908. De Keniaanse Brigid Kosgeo liep onlangs een wereldrecord in een tijd van 2 uur, 14 minuten en 4 seconden.

Het roept de vraag op: hoeveel sneller kan het nog? Veel wetenschappers hebben daar al onderzoek naar gedaan. Wat zijn hun bevindingen?

Alle wetenschappers zijn het over één ding eens: het wereldrecord op de marathon kan niet veel scherper meer. Maar de kans is wel groot dat er binnenkort een atleet opstaat die de 42 kilometer en 195 meter onder de twee uur zal lopen.    

Binnen twee uur? Maar hoe snel dan?

Onderzoeker Mark Denny van Stanford University bestudeerde in 2008 de vooruitgang in wereldrecords van honden, paarden en menselijke hardlopers sinds de negentiende eeuw. De conclusie van zijn studie: de limiet is in zicht. Zo hebben honden en paarden al sinds de jaren zeventig nauwelijks nog records gelopen in beroemde races. 

De recordtijden van menselijke hardlopers zijn nog niet helemaal afgevlakt, zo blijkt uit zijn gegevens. Hij voorspelt dat mannelijke hardlopers uiteindelijk in staat zullen zijn om een tijd van 1 uur, 59 minuten en 36 seconden te lopen. 

Vrouwen zitten volgens Denny het dichtste bij hun maximale snelheid. Het marathonrecord van Brigid Kosgeo ligt waarschijnlijk dicht in de buurt van de ultieme toptijd. Het wereldrecord bij de vrouwen kan volgens Denny’s berekeningen uiteindelijk naar 2 uur, 12 minuten en 41 seconden. 

Of kan het nog sneller…

Maar volgens de nieuwste inzichten kunnen de records op de marathon nog verder aangescherpt worden. Statisticus Simon Angus berekende in 2019 met behulp van een computermodel zelfs het precieze moment waarop de eerste mannelijke hardloper de marathon binnen de twee uur zal afleggen. 

Volgens Angus is er een kans van 10 procent dat die mijlpaal zich in mei 2032 zal voltrekken. Uit zijn computermodel blijkt dat een mannelijke atleet tegen die tijd in staat moet zijn om de marathon in 2 uur, 58 minuten en 5 seconden te lopen. 

Het nieuwe wereldrecord is al gelopen….

Overigens kwam Eliud Kipchoge al dicht in de buurt bij die tijd. Hij liep de marathon in 1 uur, 59 minuten en 40 seconden in Wenen op 12 oktober 2019. Maar die recordpoging telde niet, omdat Kipchoge het record niet in een officiële wedstrijd liep.

Hij maakte gebruik van tempomakers, die constant in een v-vorm voor hem liepen om hem uit de wind te houden. Onderweg kreeg Kipchoge ook flesjes water aangereikt van fietsers. Hieronder zie je de beelden van dit onofficiële wereldrecord op de marathon.

De vrouwen zullen de barrière van twee uur overigens voorlopig niet slechten. Tenminste, dat voorspelt Simon Angus. Volgens zijn computermodel ligt de limiet voor vrouwen rond een tijd van 2 uur, 5 minuten en 31 seconden. 

Ook die tijd kan binnen enkele jaren al worden gelopen, stelt Angus. “Waarschijnlijk lopen de wereldrecordhouders van de toekomst nu al ergens rond, mogelijk in Afrika”, verklaart hij op Runners World. “We weten alleen nog niet wie het zijn.”    

Wat is de beste hardloopmuziek volgens de wetenschap?

W
hardloopmuziek-2

Stel: je wil een marathon lopen, of je persoonlijk record verbreken tijdens je wekelijkse hardlooprondje. Wat is dan de beste hardloopmuziek? Met welke muziek loop je net een stukje harder?

Hardloper Haile Gebrselassi zou het wel weten. Toen hij in 1998 een wereldrecord op de 2000 meter indoor liep, gaf hij na de race een bijzondere verklaring voor zijn razendsnelle tijd van 4:52,86 minuten. De Ethiopiër beweerde zijn loopritme te hebben afgestemd op de beat van het nummer dat in het stadion in Birmingham werd gedraaid: Scatman van Scatman John. Voor hem was het de ideale hardloopmuziek. Het snelle tempo zou hem naar zijn toptijd hebben gestuwd. 

Ook als recreatieve hardloper kun je je prestaties flink verbeteren met een koptelefoontje en de juiste hardloopmuziek op je Spotify-playlist. Dat blijkt uit steeds meer wetenschappelijke studies. 

Onderaan dit artikel vind je een lijstje van de beste hardloopnummers volgens de wetenschap. Maar lees eerst waaróm die muziek zo goed werkt.

(Lees ook: hoeveel sneller kan het wereldrecord op de marathon nog?)

hardloopmuziek onderzocht

“Als je er een beetje doorheen zit in het laatste stuk van je hardlooprondje of bijvoorbeeld de marathon, dan kan de juiste muziek een groot verschil maken ”, zegt de Nederlandse bewegingswetenschapper Melvyn Roerdink. Hij onderzocht in 2013 het effect van muziek op hardloopprestaties.  

Bij zijn onderzoek liet hij recreatieve hardlopers net zo lang op een loopband lopen totdat ze uitgeput waren. “Ze kozen van tevoren een loopsnelheid waarvan ze dachten dat ze het tien minuten vol konden houden, maar ze moesten doorgaan totdat ze letterlijk van de band afrolden”, vertelt hij. 

Twintig procent meer uithoudingsvermogen

De sporters droegen soms een koptelefoontje waaruit een opzwepend nummer klonk van de Red Hot Chili Peppers, David Guetta, The Prodigy of The Black Eyed Peas. Op andere dagen werkten ze dezelfde hardloopsessie af zonder muziek. Wat bleek? Met muziek hielden de hardlopers het rennen gemiddeld twee minuten langer vol. Hun uithoudingsvermogen verbeterde dus met tien tot twintig procent door de nummers die ze luisterden.  

Roerdink en zijn collega’s vermoeden dat de proefpersonen vooral beter presteerden door de opzwepende beats van de muziek. Als de hardlopers alleen luisterden naar een bonkend ritme, zonder gezang of andere instrumenten, hielden ze het rennen op de loopband namelijk even lang vol als met muziek. 

hoe hard loop jij? 150 beats?

Volgens Roerdink kan muziek tijdens het hardlopen fungeren als een soort pacemaker, die het tempo van je passen opjaagt. “Het tempo van de beat moet natuurlijk wel enigszins overeenkomen met je loopritme. Als je een nummer van 200 beats per minuut zou luisteren, zou dat te snel zijn, je zet namelijk geen 200 stappen in een minuut.” 

De ideale hardloopmuziek hangt dus af van hoe snel je loopt. Roerdink kan een paar nummers aanraden. Gevorderde lopers zouden tijdens een marathon bijvoorbeeld kunnen kiezen voor het nummer Pump It van The Black Eyed Peas. “Dat heeft een redelijk snel ritme van 150 beats per minutes. Dat betekent dat je ongeveer 150 stappen per minuut moet zetten. Dat is een flink tempo.”

Rustig aan met David Guetta

Lopers die liever wat rustiger aan doen, raadt hij David Guetta met Do Something Love aan. “Dan praat je over 134 beats per minutes.” 

Maar niet alleen de beats bepalen hoe hard je loopt. Ook de songteksten en de herinneringen die muziek losmaken hebben invloed op loopprestaties, denkt Roerdink. “Als je goede herinneringen hebt aan een nummer dat je tijdens je huwelijksreis hoorde, kan datzelfde liedje dat gelukzalige gevoel weer bovenbrengen tijdens het hardlopen.”  

De hele studie over hardloopmuziek lezen? The power of auditory-motor synchronization in sports – PLOS One

De perfecte hardloopmuziek voor in je Spotify-playlist  

Er zijn meer studies gedaan naar de beste hardloopmuziek. Hieronder vind je nog 3 nummers die volgens wetenschappers je hardloopprestaties positief beïnvloeden. Klik op de titel om meteen naar Spotify te gaan en het nummer toe te voegen aan je playlist.

Lees ook:

Hoe jongleren je hersenen laat groeien – en wat dat betekent

H

Toen ik een jaar of twintig was leerde ik mezelf jongleren. Mijn vader en broertje konden dat toen al. Zelf ging ik pas met jongleerballen in de weer toen ik las over een fascinerende studie van hersenwetenschappers. 

Want wat hadden deze onderzoekers van de universiteit van Regensburg ontdekt? Jongleren stimuleert de groei van nieuwe hersencellen. Ik was meteen benieuwd. Hoe kan dat? En wat betekent het precies?  

Wat doet jongleren met je hersenen?

Bij het onderzoek moesten proefpersonen drie maanden oefenen om met drie ballen te jongleren. Voor en na die trainingsperiode werden er scans van hun hersenen gemaakt. En wat bleek? 

Het leren van de nieuwe vaardigheid zorgde ervoor dat bepaalde delen van hun hersenen meetbaar groter werden. En niet alleen bij de proefpersonen die goed konden jongleren. Ook bij mensen er geen bal van konden, groeiden de hersenen. 

meer grijze stof

De proefpersonen hadden door het jongleren vooral meer grijze stof ontwikkeld in bepaalde delen van hun brein. Grijze stof bestaat uit zenuwcellen die informatie verwerken. Vooral in delen van de hersenen die visuele informatie verwerken, waren er flink wat zenuwcellen bijgekomen. 

Maar dat is nog niet alles. Onderzoekers van de universiteit van Oxford hebben in een vergelijkbare studie ontdekt dat mensen ook meer witte stof in hun hersenen ‘aanmaken’ als ze beginnen met jongleren.   

meer hersenverbindingen

Witte stof zorgt voor de verbindingen tussen verschillende hersendelen. Bij de proefpersonen ontstonden er meer connecties tussen hersengebieden die betrokken zijn bij handbewegingen, maar ook bij het focussen van de ogen. 

Merk je daar zelf iets van die groeiende hersenen als je leert jongleren? Nee, natuurlijk niet. Zelf kon ik na een paar maanden drie ballen in de lucht houden. Maar ik had in het dagelijks leven niet opeens betere ogen, of meer precisie met mijn handen. 

De veranderingen in de hersenen zijn volgens de wetenschappers dan ook heel subtiel. Je merkt er niet direct iets van. Maar het wetenschappelijk onderzoek laat  wel zien dat je door een nieuwe vaardigheid te leren de groei van nieuwe hersencellen kan stimuleren. 

Jongleren is als fietsen

“Dit onderzoek wijst erop dat het leren van iets nieuws belangrijker is dan oefenen op iets wat je al kunt”, vertelt hoofdonderzoeker Arne May op de website van New Scientist. “Je brein wil uitgedaagd worden en nieuwe dingen leren.” 

Je hersenen veranderen daardoor waarschijnlijk blijvend. “Leren jongleren is net als leren fietsen”, vult hoofdonderzoeker Jan Scholz aan. “Je moet lang trainen, maar als het ‘klikt’ en je kan het, dan verleer je het niet meer.” 

Overigens groeit je brein waarschijnlijk door elke nieuwe vaardigheid die je leert. Of het nu het jongleren is, het oplossen van kruiswoordpuzzels of skateboarden. Maar jongleren heeft volgens de wetenschappers als voordeel dat het gemakkelijk te leren is, en dat weinig mensen er ervaring mee hebben,  

wil je mij zien jongleren?

Ze willen onderzoeken of jongleren ook kan helpen om het brein van mensen met hersenschade sneller te laten herstellen door de groei van nieuwe hersencellen. 

Hoewel ik er zelf niets van merk dat mijn hersenen zijn gegroeid door jongleren, vind ik het toch een leuk idee dat ik zelf een paar nieuwe verbindingen heb gelegd in mijn brein. Of ik het echt goed kan? Dat mag je zelf beoordelen. Kijk het filmpje op de homepage, dan zie je me kort jongleren. 

Lees ook:
– Met hoeveel ballen moet je jongleren om het wereldrecord te verbreken?

Zelf leren om met drie ballen te jongleren? Kijk onderstaand filmpje.

Hoeveel weegt een olifant? van Henry tot Jumbo

H
hoeveel-weegt-een-olifant

Hoe weeg je een olifant? Voor de verzorgers van de olifanten van de dierentuin van Zürich is dat niet zo moeilijk. In het verblijf van de dieren zit namelijk een ingebouwde olifantenweegschaal. Als de olifanten van het binnen- naar het buitenverblijf willen, lopen ze over een grote plaat die hun gewicht meet. De verzorgers krijgen elke dag antwoord op de vraag ‘hoeveel weegt een olifant?’

De eerste olifant stapte in 2014 op de weegschaal. Het was een Aziatische mannetjesolifant met de naam Maxi. Hij woog 5.600 kilo. 

(In dit filmpje zie je hoe een olifant in de dierentuin van Aalborg wordt gewogen)

De meeste dierentuinen hebben dit soort weegschalen. En daardoor hebben wetenschappers een goed beeld van hoe zwaar de verschillende olifantensoorten zijn.

Hoe zwaar is een gemiddelde olifant? 

Het gewicht van een olifant hangt af van de soort. Aziatische olifanten zijn iets kleiner dan de soorten die in Afrika voorkomen: de savanneolifant en de bosolifant

Aziatische olifanten zijn daardoor ook wat minder zwaar. Meestal wegen mannetjes ongeveer 4000 kilo. Maxi was dus eigenlijk iets te dik. 

In onderstaand overzicht zie je het gemiddelde gewicht van olifanten per soort: 

  • Aziatische olifant: mannetjes 4000 kilo, vrouwtjes 2.700 kilo 
  • Savanneolifant: mannetjes 6000 kilo, vrouwtjes 3.000 kilo
  • Bosolifant: mannetjes 5000 kilo, vrouwtjes 2.600 kilo

Hoe snel bereikt een olifant dit gewicht

Een jonge olifant weegt bij de geboorte ongeveer 80 tot 100  kilo, dus evenveel als een volwassen mens. In het begin drinken de jonge dieren alleen moedermelk. Ze komen daarvan ongeveer een kilo per dag aan. Na een jaar hebben ze al een gewicht bereikt van ruim 600 kilo. 

Na ongeveer tien jaar bereiken olifanten hun volwassen gewicht van ongeveer 2500 tot 6000 kilo. Ze blijven hun hele leven zwaarder worden, maar op latere leeftijd komen ze nog maar weinig aan.  

Wat eten olifanten om zo zwaar te worden?

Een olifant moet een flinke lading voedsel wegwerken om op gewicht te blijven. De dieren eten gemiddeld 200 kilo aan planten per dag, en daarvoor zijn ze 20 uur per dag aan het kauwen. Ze eten gras, vruchten, plantstengels, maar ook boomschors en bijvoorbeeld appels. 

Olifanten malen dat voedsel fijn met twee gigantische kiezen in hun bovenkaak, die daardoor snel slijten. Als deze tanden helemaal zijn versleten, vallen ze eruit en groeien er twee nieuwe aan. Als dat gebeurt kunnen de dieren tijdelijk wat gewicht verliezen, soms wel 300 kilo. Maar als de tanden zijn doorgebroken, komen ze snel weer aan. Wetenschappers hebben veel onderzoek gedaan naar dit jojo-effect bij olifanten.  

Olifanten spoelen al dat voedsel weg met water. Ze drinken veel. Elke dag slurpen ze 70 tot 120 liter water naar binnen. Dat is meer dan een badkuip vol. 

Kijk hieronder naar een filmpje over de vraag: hoeveel weegt een olifant? En lees onder het filmpje over Henry en Jumbo, respectievelijk de zwaarste en ‘grootste’ olifant aller tijden.

De zwaarste olifant aller tijden: Henry

Wat was de zwaarste olifant die ooit heeft geleefd? Dat weet natuurlijk niemand zeker, want niet alle olifanten hebben natuurlijk op een weegschaal gestaan. Maar een olifant met de naam Henry staat bekend als de meest forse olifant ter wereld. Hij woog 11.000 kilo. 

Henry werd in de jaren vijftig helaas neergeschoten door een jager in Angola. Het opgezette lichaam van deze reuzenolifant kun je nog steeds bewonderen in het Natural Museum of History in Washington. De 5 meter hoge olifant staat al sinds 1959 in één van de mooiste zalen van het museum. 

Toch is Henry niet de beroemdste zware olifant aller tijden. 

De ‘grootste’ olifant aller tijden was natuurlijk Jumbo. Deze mannelijke savanneolifant werd in de negentiende eeuw tentoongesteld in het circus van P.T. Barnum. Het dier reisde de hele wereld over. Zijn naam werd een symbool voor alles wat groot en zwaar was: van maaltijden tot vliegtuigen. 

Maar hoeveel woog Jumbo dan precies? 

Jumbo woog volgens de administratie van het circus van Barnum 6150 kilo. Het dier was toen al op leeftijd.

De olifant groeide op in de dierentuin van Londen, waar hij veel te eten kreeg. Jumbo at daar per dag 91 kilo hooi, een emmer aardappelen, vijftien broden en een flinke hoeveelheid uien. Dit dieet zou een olifant nu nooit meer krijgen, de dieren horen alleen plantaardig voedsel te eten. 

Je zou denken dat niets een olifant van 6150 kilo omver kan krijgen. Maar Jumbo overleed door een tragisch ongeluk. Het dier werd aangereden door een stoomlocomotief toen het circus van Barnum een rondreis maakte in Canada. Jumbo overleed op 15 september 1885 in Ontario.

Kijk hieronder naar het levensverhaal van Jumbo.

Lees ook:

hoeveel boomsoorten zijn er op aarde? En hoeveel bomen?

h
boomsoorten

Hoeveel boomsoorten kun jij zo uit je hoofd opnoemen? Zelf kom ik niet verder dan: berk, beuk,  eik, den, kastanjeboom, knotwilg en spar. Maar daarmee ben je nog niet op op 0,01 procent van alle boomsoorten. Wetenschappers hebben de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar de vraag: hoeveel boomsoorten zijn er op aarde?En ze hebben zelfs berekend hoeveel individuele bomen de wereld telt. In dit artikel krijg je de antwoorden op de volgende vragen:

Hoeveel boomsoorten zijn er op aarde?

Aan de nieuwste studie naar deze vraag deden meer dan honderd onderzoekers mee uit landen over de hele wereld. En het antwoord dat ze hebben gevonden is verrassend specifiek. De aarde herbergt naar schatting 73.724 boomsoorten. 

Ehm, maar zijn al die soorten dan met de hand geteld door vrijwilligers? Ja. Tot op zekere hoogte wel. Hoofdonderzoeker Jingjing Liang van Purdue University zei er dit over in het persbericht:

“Elke dataset in dit onderzoek komt van iemand die een bos heeft bezocht en elke afzonderlijke boom heeft opgemeten om informatie te verzamelen over de boomsoorten, het formaat van de bomen en andere gegevens. Het tellen van het aantal soorten wereldwijd kun je vergelijken met een puzzel met stukjes die zijn verspreid over de hele wereld.   

Maar natuurlijk kwamen er ook computer te pas aan de telling. Met behulp van software werden de gigantische lijsten met boomsoorten uit vele duizend bossen vergeleken. De wetenschappers gebruikten daarbij onder meer technieken die zijn ontwikkeld door wiskundige Alan Turing bij het kraken van Nazi-codes in de Tweede Wereldoorlog.

Zo kon uiteindelijk precies worden bepaald hoeveel soorten bomen nu zijn geïdentificeerd door wetenschappers. Dat aantal kwam uit op 64.100.

Maar het waren er toch 73.724? Ja, maar sommige van die bomen moeten gek genoeg nog ontdekt worden.

Hoeveel boomsoorten zijn nog niet ontdekt?

De wetenschappers gebruikten ook wiskundige modellen om te schatten hoeveel booomsoorten vermoedelijk nog niet zijn ontdekt. Uit deze berekening blijkt dat er in de talloze bossen op aarde waarschijnlijk nog 9.174 boomsoorten schuil gaan die nog niet zijn geïdentificeerd. 

En de meeste van die onontdekte boomsoorten bevinden zich in de ondoordringbare regenwouden van Zuid-Amerika. Dat is ook het continent waar volgens de wetenschappers de meeste zeldzame soorten voorkomen: ongeveer 8.200. Veel van die bomen komen nergens anders ter wereld voor. 

Zuid-Amerika is dan ook een paradijs voor biologen die nieuwe boomsoorten willen ontdekken. Onderzoeker Peter Reich zegt daarover: 

“Buiten 27.000 boomsoorten in Zuid-Amerika die we al kennen, bevinden zich daar waarschijnlijk nog 4000 soorten die nog niet zijn ontdekt. De meeste daarvan zijn endemisch en bevinden zich waarschijnlijk in het Amazone-regenwoud en Andesgebergte.” 

Hoe betrouwbaar is deze schatting?

Behoorlijk betrouwbaar. Je kunt er vanuit gaan dat er inderdaad tussen de 60.00 en 70.000 boomsoorten bestaan. In 2017 werd er ook al een studie gedaan naar de vraag: hoeveel boomsoorten zijn er op aarde? Toen kwamen wetenschappers tot een schatting van 60.065

In de nieuwe studie zijn iets meer gegevens meegenomen en het getal is wat opgehoogd doordat ook rekening is gehouden met de onontdekte boomsoorten. 

Welke bomen zijn met uitsterven bedreigd?

Of het aantal boomsoorten bij de volgende studie weer zal stijgen, is nog maar de vraag. Sommige soorten dreigen te verdwijnen. In totaal worden 300 boomsoorten met uitsterven bedreigd. Van deze bomen zijn minder dan 50 exemplaren geteld in het wild. 

Zo zijn er van de soort Karomia gigas nog maar zes individuen te vinden in een afgelegen gebied in Tanzania.  Ook de dennenboom Widdringtonia whytei is bijna uitgestorven. Er zijn alleen nog enkele exemplaren te vinden in Malawi, dat de boom heeft geadopteerd als nationaal symbool. 

Verder komt ongeveer 58 procent van alle getelde boomsoorten slechts in één land voor. Deze soorten zijn daardoor zeer kwetsbaar. 

Hoeveel boomsoorten zijn er in Nederland? 

Daar zijn weinig officiële gegevens over. Maar bomenexpert Johan van Galen van Natuurmonumenten schat dat er ongeveer 5.000 boomsoorten in Nederland zijn.

Daarvan zijn er maar een stuk of 35 inheems, wat betekent dat deze soorten van nature in ons land voorkomen. 

Hoeveel bomen zijn er in de wereld? 

Wetenschappers hebben niet alleen in kaart gebracht hoeveel boomsoorten er op aarde zijn. Een andere groep onderzoekers heeft uitgezocht hoeveel individuele bomen de aarde ongeveer telt. Met behulp van satellietbeelden, berekeningen van supercomputers en tellingen van vrijwilligers is berekend dat de aarde naar schatting bomen  3.040.000.000.000 telt. Je kunt ook gewoon zeggen 3 biljoen. 

De studie over deze schatting is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature. In dit filmpje wordt uitgelegd hoe de wetenschappers tot het getal zijn gekomen.  

Het aantal bomen in Nederland 

Als je eenmaal weet hoeveel bomen er in de wereld zijn, wil je natuurlijk ook weten hoeveel individuele bomen ons land telt. Ook daar zijn geen officiële cijfers over bekend. Maar je kunt wel een schatting maken.

Bomenexpert Johan van Galen schat in het interview met Natuurmonumenten dat Nederland tussen 160 en 170 miljoen bomen telt. Daarmee zou ons land voor ongeveer 10 procent bestaan uit bos. 

Ook één van de onderzoekers uit het wereldwijde bodemonderzoek schat dat er in Nederland tussen de 160 en 170 miljoen bomen staan. Volgens Gert-Jan Nabuurs bevat ons land ongeveer 360 hectare aan bos, met ongeveer 5.000 bomen per hectare. Daarmee bestaat ongeveer 10 procent van Nederland uit bos.

Lees ook:
Wat is de oudste boom ter wereld?
Wat is de oudste boom van Nederland?

Waarom paarden staand kunnen slapen – maar niet altijd

W
hoe-slapen-paarden

Als het om slapen gaat, hebben paarden een eigenschap waar ik als mens jaloers op ben. De dieren hoeven niet te gaan liggen om onder zeil te gaan. Paarden kunnen staand slapen. Maar hoe doen ze dat precies? En waarom kunnen wij mensen dat niet?

Hoe slaapt een paard? 

Om de slaapgewoontes van paarden te begrijpen, moet je terug naar het begin van de evolutie van dit dier: 10 miljoen jaar geleden. 

Toen leefde de voorouders van moderne paarden al: de zogenoemde dinohippus. Die naam klinkt dinosaurusachtig, maar deze dieren leken al erg op de paarden die wij nu kennen. Ze waren ongeveer zo groot als zebra’s en hadden een schothoogte van 1,5 meter. 

Een mens had een dinohippus waarschijnlijk met gemak kunnen berijden. Alleen waren er destijds nog geen mensen op aarde. 

Waarom slapen paarden staand?  

De voorouders van paarden graasden op grote vlaktes op het continent dat wij nu Noord-Amerika noemen. Op die vlaktes waren beschutte plekken moeilijk te vinden. Voor de dinohippus was het dus gevaarlijk om zomaar te ergens te gaan liggen om te slapen. Roofdieren konden van alle kanten op ze af komen. 

Daarom ontwikkelden deze dieren in de loop van de evolutie de gewoonte om staand te slapen. Dat had een groot voordeel. Ze konden meteen wegrennen als ze werden aangevallen. 

Staand slapen? Hoe kan dat?

Door die noodzaak van staand slapen is het lichaam van paarden op een speciale manier geëvolueerd. Een bijzondere groep van spieren, pezen en gewichtsbanden zorgt ervoor dat de dieren hun benen als het ware ‘op slot’ kunnen zetten. 

Als ze deze groep van spieren en pezen gebruiken, kunnen ze met veel minder inspanning dan normaal rechtop blijven staan. Wetenschappers hebben een naam bedacht voor deze bijzondere eigenschap van paarden: het passief sta-apparaat.

Als de dieren slapen maken ze gebruik van dit sta-apparaat. Dat betekent trouwens niet dat ze helemaal geen energie gebruiken om overeind te blijven. Tijdens de slaap kunnen ze steeds maar één van hun vier benen helemaal ontspannen. Ze verdelen hun gewicht dan over hun overige drie benen. Gedurende de slaap geven paarden steeds een ander been rust. 

Hoeven paarden nooit liggend te slapen?

Jawel. Ook een paard heeft in zijn stal een slaaphoekje nodig met stro of houtkrullen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de dieren vrijwel nooit in diepe slaap en REM-slaap komen als ze staan. En dat hebben ze wel nodig om goed uit te rusten. 

Grofweg ziet het slaappatroon van een paard er ongeveer zo uit

  • Slow wave sleep (SWS) – 5 tot 7 uur per dag, staand. 
  • Diepe slaap en REM-slaap – 0,5 uur per dag, liggend.

Bron: Kentucky Equine Research

Sommige paardenhouders zijn zich hier niet van bewust. Ze geven hun paarden te weinig ruimte om te slapen. Daardoor krijgen de dieren last van zo’n groot slaapgebrek dat ze niet meer staand kunnen slapen. Ze vallen dan spontaan om. Dat kun je zien in dit filmpje van een wetenschappelijke organisatie die waarschuwt voor dit probleem. 

Soms worden deze paarden ten onrechte gediagnosticeerd met een hersenziekte, terwijl ze gewoon te weinig hebben geslapen. Dat blijkt uit deze studie. Kortom: meer paardenhouders zouden zich moeten verdiepen het slaapproces van paarden.

Kunnen mensen ook staand slapen?

Helaas, het antwoord is nee. Mensen kunnen alleen slapen als hun spieren totaal ontspannen zijn. Als je rechtop blijft staan, zul je dus nooit in slaap vallen. Je moet dan bij bewustzijn blijven. Of je valt letterlijk om van de slaap.

Bekijk hieronder nog een kort uitlegfilmpje over de vraag: hoe slaapt een paard?

Lees ook:
– Waarom je kat zo lang slaapt – en wat jij eraan kunt doen
Dit zijn de 4 slaapfasen die mensen ’s nachts doormaken

15-30? waar komt de vreemde puntentelling bij tennis vandaan?

1

40-15! 40-30! Deuce! Als ik op de tennisbaan sta bij mijn club, roep ik deze scores zonder erbij na te denken. Maar laatst stelde iemand langs de kant een interessante vraag. Wat is de oorsprong van die vreemde puntentelling bij tennis eigenlijk?

Ik tennis al jaren, maar gek genoeg kon ik geen antwoord geven. Toen ik thuis kwam dook in de geschiedenis van de sport.

(Wil je meer weten over de aan tennis verwante sport padel? Lees dan deze gids: hoe werkt padel?)

waar komt de puntentelling bij tennis vandaan?

Na een speurtocht in historische documenten, oude prenten en zelfs middeleeuwse gedichten, geef ik in dit artikel antwoord op deze vraag. Maar voor de tennis-analfabeten leg ik eerst even uit hoe de telling precies werkt. Klik op een link hieronder om snel naar het antwoord over de geschiedenis van de puntentelling te gaan . 

hoe werkt de puntentelling?

Voor mensen die helemaal niets van tennis weten. Bij tennis speel je games. En in elke game probeer je zo snel mogelijk 4 punten te scoren. Maar de score duid je op een bijzondere manier aan, namelijk als volgt

  • Als je 0 punten hebt gescoord, sta je op love (al zeg je vaak gewoon ‘nul’).
  • 1 punt gescoord? Dan sta je op 15
  • 2 punten gescoord, dan sta je op 30
  • 3 punten gescoord, dan sta je op 40
  • 4 punten gescoord, dan heb je de game gewonnen

Als je het eerste punt van een game wint, staat het dus 15-0, of als het officieel wil zeggen: 15 – love.

Als je tegenstander daarna een punt maakt, staat het 15 – 15, oftewel 15 gelijk. Wie daarna een punt maakt, staat 30-15 voor. En zo gaat dat door tot iemand vier punten heeft. Maar als je allebei drie punten hebt, staat het 40-40, oftewel deuce. En dan duurt de game langer.

Hoe werkt deuce

Degene die na deuce een punt maakt, heeft nog niet gewonnen, maar staat op voordeel.

Als deze speler het volgende punt verliest wordt het weer deuce. En dat kan lang zo doorgaan. Als het deuce staat, is de game pas afgelopen wanneer een speler op voordeel nog een punt maakt, en dus twee punten verschil heeft. 

Set en match

De speler die als eerste 6 games wint, heeft een set gewonnen. Een wedstrijd gaat meestal om twee gewonnen sets. Een wedstrijd kan dan maximaal drie sets duren, je speelt dan een best of three.

Op zogenaamde Grand Slam-toernooien zoals, Roland Garros, Wimbledon, US Open en Australian Open moeten deelnemers zelfs drie sets winnen om hun tegenstander te verslaan. Zo’n wedstrijd wordt een best of five genoemd.

Tiebreak

Je moet een set trouwens met twee games verschil winnen. Als het 6-6 staat, stop je met het spelen van games. Dan brengt een zogenaamde tiebreak de beslissing. Je telt dan niet meer van 15 tot 40, maar gebruikt de gewone telling, dus: 1,2,3..enzovoorts.

De speler die als eerste zeven punten scoort wint. Maar twee punten verschil is noodzakelijk. Dus het kan ook 9-7 worden, of zelfs 12-10. In theorie kan een tiebreak zelfs doorgaan totdat het 33-31 staat.

Wanneer is de puntentelling ontstaan?

De eerste verwijzingen naar de puntentelling van tennis zijn gevonden in een ballade uit 1435 van de Franse prins en dichter Karel van Orleans. Het puntensysteem dateert dus in ieder geval uit de Middeleeuwen. 

Maar misschien is de telling nog ouder. Want waar komt tennis vandaan? Uit het land van het stokbrood en Napoleon. In Frankrijk werd in de 12e eeuw al een soort tennis gespeeld, waarbij mensen met hun blote handen een kleine bal over een veld sloegen. Dat spel heette jeu de paume. Na verloop van tijd gingen de spelers ook houten rackets gebruiken. Maar daarover later meer. Eerst die puntentelling.

Wat is de oorsprong van de puntentelling?

Mogelijk hebben we de telling bij tennis te danken aan de uitvinding van de klok.

Volgens deze tennis-encyclopedie plaatsten de eerste tennisspelers in de dertiende eeuw een soort klokken naast de baan om de score aan te geven. Als ze hun eerste punt wonnen, schoven ze wijzer van 0 naar 15 minuten. Bij het tweede punt, ging de wijzer naar 30, daarna naar 45 en bij de winst van de game naar het hele uur. 

In de loop der eeuwen zou de score 45 zijn afgekort naar 40, omdat je dat in het Frans nu eenmaal sneller uitspreekt. (quarante of quarante-cinq scheelt een paar milliseconde), 

Ook op Wikipedia wordt deze theorie aangehaald. Toch is het maar de vraag of het klopt. Het probleem is dat klokken tot de vijftiende eeuw nog geen kwartieren aangaven, maar alleen hele en halve uren. Daarom is dit waarschijnlijk niet de oorsprong van de puntentelling bij tennis.

muntstukken?

Een andere veelgehoorde theorie is gebaseerd op geld. De puntentelling bij tennis zou zijn gebaseerd op de waarde van muntstukken uit de Middeleeuwen. Op een oude prent van tekenaar Crispijn van de Passe zouden tennissers zijn afgebeeld die om munten speelden.

De waarde van deze oude muntstukken zou overeenkomen met de telling: 15, 30, 40. Maar hard bewijs voor deze theorie ontbreekt verder.

De meest waarschijnlijke verklaring: jeu de paume

De tweede en meest waarschijnlijke theorie is dat de puntentelling bij tennis is gebaseerd op het eerder genoemde jeu de paume. Bij deze primitieve vorm van tennis spelen de getallen 15, 30 en 40 namelijk ook een grote rol.

Jeu de paume werd gespeeld op een veld van 90 voet en een relatief hoog net. De spelers brachten de bal met een onderhandse service in het spel. Als de serveerder het eerste punt won, mocht hij daarna 15 voet verder het veld in gaan staan voor zijn volgende service.

Als dezelfde speler het punt daarna ook won, mocht hij nog 15 voet opschuiven. Bij de derde keer mocht hij nog 10 voet dichter bij het middelpunt van de baan gaan staan, en stond hij dus 40 voet het veld in. Dat lijkt de meest logische verklaring waarom je bij tennis van 15, naar 30, naar 40 telt. Het is een erfenis van de spelregels bij bij jeu de paume.  

Jeu de paume wordt nu nauwelijks nog gespeeld. Maar vlak voor de Franse revolutie was het spel ongekend populair in Frankrijk. Alleen in Parijs waren er al meer dan 1.000 banen. De sport werd volgens dit boek zelf tijdelijk verboden in 1397 door de Parijse burgemeester omdat werklui er ’te veel tijd aan zouden verspillen’. 

Onderaan dit artikel zie je een filmpje waarin jeu de paume wordt gespeeld.  

Waar komen de woorden deuce en love vandaan? 

In geen enkele andere sport wordt een score van nul aangeduid als love. Waarom gebeurt dat wel in tennis? 

Waarschijnlijk heeft dat te maken met het vrijblijvende karakter van tennis. Bij veel sporten werd om geld gespeeld. Volgens de Oxford English Dictionary wordt met de term love waarschijnlijk gerefereerd aan ‘liefde voor het spel’. Bij tennis speelden de spelers om ‘niets’. Love werd daarom de aanduiding voor nul. 

Maar er zijn meer theorieën. Sommige historici geloven dat de term love een verbastering is van het Franse woord l’oeuff. Dat betekent ei. Een ei heeft de vorm van een nul. Het zou dus een ludieke manier zijn om nul punten aan te duiden.

En heel misschien heeft de term love zelfs een Nederlands tintje. Volgens de Nederlandse tennishistoricus Cees de Bondt zou het woord ‘love’ kunnen zijn ontstaan uit het Nederlandse woord ‘lof, oftewel . Hij schrijft erover in zijn boek Heeft yemant lust met bal, of met reket te spelen.

Hij geeft in het boek ook een verklaring voor de term deuce. Die is ontstaan uit de Franse term Être à deux de jeu, waarmee werd aangegeven dat je een game met twee punten verschil moet winnen. In het Engels werd dat afgekort tot deuce. 

de oorsprong van tennis kun je hier zien

En nog even over jeu de paume. Het spel dat de basis voor tennis heeft gelegd wordt nog steeds door enkele fanatiekelingen gespeeld, vooral in Frankrijk, maar ook door deze Nederlandse vrouw. Hieronder zie je een filmpje waarin de regels van het spel worden uitgelegd.

Let ook op de prachtige historische baan en de omgeving.

Vond je het leuk om over de geschiedenis van tennis te lezen? Verwijs andere tennissers dan naar deze pagina, bijvoorbeeld via de website van je tennisclub.

Meer geschiedenisvragen: Waarom zeggen we eigenlijk ‘gezondheid’ als iemand niest?

Dit simpele namenspel stimuleert je geheugen op 3 manieren

D
namenspel-spelen

Nooit gedacht dat ik ooit een positief stukje over een namenspel zou schrijven. Als student ergerde ik me tijdens de kennismakingsweken kapot aan de ‘kinderachtige’ kennismakingsspelletjes. Maar deze week besefte ik hoe kortzichtig dat was. 

Ik deed vrijdagavond mee aan een proefles theatersport met 14 mensen die ik nooit eerder had gezien. We speelden een spelletje om elkaars namen te leren kennen. En opeens begon me iets te dagen. 

Toevallig had ik een paar dagen eerder een blogje geschreven over de werking van het geheugen. En in dit het namenspel met de titel Ik ga op reis gebruikten we één van de meest effectieve geheugentechnieken die ik daarin had beschreven. Na een kwartier kende ik alle namen van de deelnemers uit mijn hoofd door terug te denken aan specifieke momenten in het spel. 

Dit samenspel is dan ook enorm geschikt als kennismakingsspel op de basisschool of middelbare school. Hieronder leg ik uit wat er in je brein gebeurt als je het speelt. 

Namenspel: ik ga op reis 

De regels van het spel zijn simpel. Alle deelnemers gaan in een kring staan en de eerste persoon zegt: ‘Ik ben (naam). Ik ga op reis, en ik neem mee…”

Vervolgens roept deze deelnemer de naam van een voorwerp. En dat voorwerp moet diegene ook uitbeelden. Ik zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: “Ik ben Dennis. Ik ga op reis en ik neem mee: een tennisracket.” Vervolgens doe ik net alsof ik met een tennisracket een bal wegsla. 

Nu is de volgende aan de beurt. Deze deelnemer stelt zichzelf voor en zegt: Ik ga op reis en ik neem mee..” Maar voordat de persoon een eigen voorwerp noemt en uitbeeldt, herhaalt hij of zij eerst de naam en het voorwerp van alle personen die eerder aan de beurt zijn geweest.

Ook beelden deelnemers steeds alle voorwerpen van hun voorgangers nog een keer uit. Hieronder lees je een voorbeeld van hoe dit namenspel zou kunnen verlopen.

Van dennis tot hassan

Stel, na mij komt Mara aan het woord. Dan zegt ze: “Ik ben Mara. Ik ga op reis en ik neem mee: Dennis en zijn tennisracket. En mijn zonnebril.” Tijdens het praten beeldt ze eerst het tennisracket uit, en dan de zonnebril. 

Daarna komt Hassan aan het woord. Hij zegt: “Ik ben Hassan. Ik ga op reis en ik neem mee: Dennis en zijn tennisracket, Mara en haar zonnebril en mijn tandenborstel.” Tijdens het praten beeldt hij het tennisracket, de zonnebril én de tandenborstel uit.  

Wat is de slimme geheugentechniek in dit spel? 

Gedurende dit namenspel moeten de deelnemers dus een steeds langere lijst van namen opzeggen, en de daaraan gekoppelde voorwerpen uitbeelden. Daarmee wordt het brein van de deelnemers op een slimme manier gestimuleerd. 

Informatie blijft namelijk beter hangen in het menselijk geheugen als het op meerdere manier wordt aangeboden. Als je alleen iemands naam hoort, dan wordt dat alleen opgeslagen in je zogenoemde semantische geheugen. Dat is je geheugen voor feitelijke kennis, zoals namen en data.

namen onthouden met 3 geheugentypes

Maar wat gebeurt er als je een verhaaltje met een voorwerp koppelt aan een naam, zoals ‘Dennis neemt zijn tennisracket mee op vakantie’. Een naam wordt dan niet alleen opgeslagen in het semantisch geheugen, maar ook in het zogenoemde episodisch geheugen, waarin je gebeurtenissen opslaat.

Je kunt je de naam daardoor later makkelijker oproepen in je geheugen, door aan het verhaaltje te denken. Zogenoemde geheugenatleten gebruiken deze techniek vaak om grote hoeveelheden informatie te onthouden.    

Maar het namenspel gaat nog een stapje verder. Doordat je steeds een beweging koppelt aan elke naam, betrek je ook het spiergeheugen bij het proces. Daardoor worden de namen van alle deelnemers ook gekoppeld aan een beweging.

Je verankert een naam met dit namenspel dus op drie manier in je geheugen. Als je fanatiek meedoet zul je de informatie veel beter onthouden dan bij een gewoon voorstelrondje. En het is geschikt voor alle leeftijden: van kleuters tot kinderen van groep 3 tot groep 8, middelbare scholieren, studenten en mannen van 40 zoals ik.

Kortom: als ik ooit een kennismakingsweek van studenten begeleid, zal ik dit namenspel spelen, ook al had ik er zelf een hekel aan. 

Lees ook:
– Je geheugen trainen? Met deze 3 technieken werd een Nederlander geheugengrootmeester

Weetjes van een wetenschapsjournalist

Even voorstellen: Dennis Rijnvis

Als ik een stripheld zou zijn, zou ik er waarschijnlijk uitzien als op deze tekening. Mijn naam is Dennis Rijnvis. Ik ben schrijver, blogger en schreef als wetenschapsjournalist voor Quest en De Volkskrant. Op deze website deel ik inzichten over wetenschap, geschiedenis en zelfontwikkeling.

Op mijn andere blog Schrijfvis, geef ik schrijftips en advies voor storytelling.

Recente berichten

Recente reacties

Archieven

Categorieën

Meta