Weetjes van een wetenschapsjournalist
Archief

augustus 2022

a

Paracetamol werkt door deze truc met je lichaamscellen

P
paracetamol-foto

Hoe werkt paracetamol eigenlijk? Die vraag kwam in me op na een tandartsbehandeling die bijna een uur duurde. Ik kreeg een implantaat voor een nieuwe voortand

Na de behandeling ontstond er al snel een zeurende pijn in mijn kaak en hoofd. Maar na drie paracetamol voelde ik me weer kiplekker. Hoe kan dat? Hoe nemen die onbenullige witte pilletjes de pijn weg? 

Gek genoeg hebben wetenschappers van King’s College in Londen pas enkele jaren geleden ontdekt wat paracetamol precies doet in je lichaam.

Hoe werkt paracetamol dan?

Paracetamol zorgt voor de aanmaak van een stofje waardoor veel cellen in je lichaam minder pijnsignalen doorgeven aan je hersenen. Het stofje dat die pijnblokkade veroorzaakt heet NAPQI.

Zelf doet die stof eigenlijk niet zo veel. Het zet vooral een bijzonder eiwit aan het werk. 

Dat eiwit met de naam TRPA1 zit op bijna al je lichaamscellen en speelt een rol bij de doorgifte van pijn, maar ook kou en jeuk. Maar de paracetamol zorgt ervoor dat het eiwit verandert in een stoorzender. 

Zo verdwijnt je pijn

Als je zenuwen pijn waarnemen, sturen ze die signalen normaal gesproken door naar je hersenen. Daardoor ben je je bewust van de pijn. Maar als het eiwit TRPA1 in aanraking komt met de stof NAPQI,  verstoort het die pijnsignalen opeens. Ze komen dus niet – of in veel mindere mate aan – in je hersenen.

De paracetamol zorgt er dus voor dat er in je lichaam een soort schild ontstaat voor pijn.

Muizen als proefkonijnen

Wetenschappers hebben dat ontdekt door muizen te kweken die het eiwit TRPA1 niet in hun lichaam hebben. Wat bleek? Bij deze muizen werkte paracetamol niet meer. Normaal gesproken hebben muizen die paracetamol krijgen minder last van pijnprikkels. Ze kunnen bijvoorbeeld zonder veel moeite over een hete plaat lopen. 

Maar muizen die geen TRPA1 in hun lichaam hadden, reageren niet op paracetamol. Ook al krijgen ze nog zo veel van het medicijn, ze blijven net zo veel pijn voelen als altijd. Lees hier meer over het experiment. 

In onderstaand filmpje leer je meer over de algemene werking van pijnstillers zoals paracetamol en ibuprofen.

De geschiedenis van paracetamol

Gek genoeg was de precieze werking van paracetamol lange tijd onbekend. Het middel dat ook wel bekend staat als acetaminophen werd voor het eerst in een laboratorium gemaakt door de Amerikaanse scheikundige Harmon Northrop Morse in 1878. 

Pas lang na zijn dood werd ontdekt dat de stof uitstekend werkte als pijnstiller. De Duitse arts Joseph von Mering diende het voor het eerst toe aan patiënten. Maar pas vanaf 1940 werd het middel echt populair. 

Nu is paracetamol de meest gebruikte pijnstiller ter wereld. Per jaar wordt er ongeveer 150.000 ton van de pijnstillende stof acetaminophen geproduceerd. 

Hoeveel bloed heeft een mens? En hoeveel kun je ervan missen?

H
bloed

Als mens heb je genoeg bloed in je lichaam om vijf melkpakken te vullen: ongeveer vijf liter dus. Dat is natuurlijk slechts een gemiddelde. Om de hoeveelheid bloed in jouw lichaam te berekenen, kun je een simpele rekensom maken. 

Als je volwassen bent, bestaat ruwweg 8 procent van je lichaamsgewicht uit bloed, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Dus pak een rekenmachine, en vermenigvuldig je lichaamsgewicht met 0,08.  

Maar wat betekent dat getal precies? Hoeveel bloed kun je bijvoorbeeld verliezen zonder in levensgevaar te komen? In Florida werd onlangs een tiener aangevallen door een haai. Hij verloor drie liter bloed. Was hij ten dode opgeschreven, of niet?

Daar kom je achter in dit artikel over bloed.  

Hoeveel bloed heeft een mens? van baby tot volwassene

De hoeveelheid bloed in je lichaam is niet alleen afhankelijk van je lichaamsgrootte. Ook je leeftijd heeft er invloed op. In het lichaam van een baby stroomt ongeveer 0,3 liter bloed. Je zou er net een flesje cola mee kunnen vullen. 

Maar het groeiende lichaam maakt snel meer bloed aan. Kinderen tussen de 5 en 12 jaar  hebben relatief gezien zelfs meer bloed dan volwassenen. Door hun aderen stroomt ongeveer 5 liter, maar hun lichaam is kleiner. Kinderen bestaan dus voor een groter deel uit bloed dan hun ouders. 

Ook tussen de seksen is er verschil. Zo hebben mannen gemiddeld meer bloed (5,6 liter) dan vrouwen (4,6 liter). Maar dat verandert als een vrouw zwanger wordt. Ze maakt dan gemiddeld 50 procent meer bloedplasma aan om de foetus in leven te houden. 

Met het woord bloedplasma wordt trouwens het vloeibare gedeelte van je bloed aangeduid. 

Waaruit bestaat je bloed? Van bloedplasma tot….

Bloed bestaat voor ongeveer de helft uit bloedplasma. Eigenlijk is dat plasma niets meer dan een vloeistof die voor 92 procent uit water. Je bloedplasma is gelig van kleur. En dat komt vooral door de voedingsstoffen, eiwitten en hormonen die erin zitten. 

Nu denk je misschien: maar bloed is toch rood? Ja, maar dat komt dan weer door de vaste onderdelen die in je bloedplasma drijven: rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes. Die vaste componenten van je bloed hebben alledrie een specifieke taak. 

Rode bloedcellen

De rode bloedcellen doen misschien wel het belangrijkste werk. Ze vervoeren zuurstof door je lichaam, zodat de verschillende organen goed kunnen werken. De naam rode bloedcellen komt trouwens niet uit de lucht vallen. Deze cellen geven je bloed een rode kleur door de stof hemoglobine. 

Witte bloedcellen

Je witte bloedcellen worden ook wel leukocyten genoemd. Het zijn de ‘vechtersbazen’ van je bloed. Ze vechten tegen infecties en lichaamsvreemde stoffen die je lijf binnendringen, zoals bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. Deze witte bloedcellen worden samen met rode bloedcellen aangemaakt in je beenmerg, het binnenste van je botten (lees hier hoeveel botten een mens heeft)

Bloedplaatjes

Je bloedplaatjes komen vooral in actie als er ergens in je lichaam een wond ontstaat. Deze minuscule cellen zonder celkern zorgen zorgen ervoor dat je bloed stolt en er een korstje ontstaat op de plek van de wond. Ook bloedplaatjes worden geproduceerd in het beenmerg. 

Overigens zorgt bloed er ook voor dat je lichaamstemperatuur op peil blijft. De normale lichaamstemperatuur is trouwens lager dan je denkt.

In dit filmpje zie je precies wat je bloed allemaal regelt in je lichaam.

Hoeveel bloed kun je afstaan? 

Hoeveel bloed heeft een mens nodig? Nou, een stuk minder dan 5 liter. Dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek.

Je kunt met gemak 10 procent van je totale hoeveelheid bloed missen. Als je bloed doneert wordt er 0,5 liter afgenomen. Je voelt je daarna hooguit een beetje duizelig, omdat er door het bloedverlies iets minder zuurstof naar je hersenen gaat. 

Ook je uithoudingsvermogen kan een beetje teruglopen. Dat komt omdat je iets minder rode bloedcellen hebt, en minder plasma. Je lichaam heeft daardoor meer moeite om zuurstof op de juiste plek te krijgen bij inspanning. 

Maar over het algemeen hertel je razendsnel van een bloeddonatie. Je lichaam maakt namelijk op hoog tempo nieuw bloed aan.  

Hoe snel maakt je lichaam nieuw bloed aan? 

Als je genoeg drinkt na het geven van bloed, is het grootste deel van je bloedvoorraad binnen een dag weer op peil. Binnen 12 tot 24 uur heb je weer evenveel bloedplasma als voor de donatie. Ook de hoeveelheid bloedplaatjes is binnen een paar uur weer aangevuld. 

Toch duurt het een paar weken voordat je ‘bloedhuishouding’ weer helemaal op peil is. En dat heeft vooral te maken met je rode bloedcellen.  

Per seconde produceer je ongeveer 2 miljoen rode bloedcellen. En toch is dat tempo niet hoog genoeg om je totale voorraad van 5 biljoen snel weer aan te vullen. Pas na ongeveer acht tot zestien weken heb je weer evenveel rode bloedcellen als voor de donatie. 

Daar merk je zelf niets van. Maar het is wel de reden mannen na een bloeddonatie 54 dagen moeten wachten voordat ze opnieuw bloed mogen geven. Vrouwen moeten zelfs vier maanden wachten, omdat de aanmaak van rode bloedcellen bij hen iets langzamer gaat. 

Hoeveel bloed heeft een mens minimaal nodig? 

Natuurlijk zit er een grens aan de hoeveelheid bloed die je lichaam kan vervangen. Als je meer dan 15 procent van je bloedvoorraad verliest, begin je lichte klachten te krijgen. Je hartslag gaat dan iets omhoog en je begint minder urine te produceren. Ook voel je je vaak opgejaagd of een beetje angstig, omdat je bloeddruk zakt. 

Wanneer je meer dan 30 procent van je bloed verliest, komt je lichaam echt in problemen. Je bloeddruk wordt dan gevaarlijk laag. Je voelt je gedesoriënteerd en je gaat sneller en oppervlakkiger ademhalen. 

Hoe meer bloed je verliest, hoe meer moeite je lichaam heeft om het rond te pompen naar je verschillende organen. De kans is groot dat je hersenen te weinig zuurstof krijgen. Uiteindelijk val je dan flauw. 

Bij meer dan 40 procent bloedverlies krijgen organen te weinig zuurstof om nog te functioneren. Je kunt dan in een coma raken. 

Bij hoeveel bloedverlies overlijd je?

Als meer dan 50 van je bloedvoorraad verloren is gegaan, kan je lichaam niet langer bloed transporteren. Je hart stopt dan met pompen en je verliest het bewustzijn.  Als je geen acute hulp krijgt, zul je overlijden. Kortom: meer dan de helft van je bloedvoorraad verliezen, zul je normaal gesproken niet overleven. 

De Amerikaanse tiener Lucas Cruz werd in september 2021 aangevallen door een haai toen hij voor de kust van de Florida Keys naar kreeften zocht in een bootje met zijn benen over de reling. 

De haai beet diepe wonden in zijn beide benen, en Lucas verloor 70 procent van zijn totale hoeveelheid bloed, meer dan drie liter. Wonder boven wonder slaagden artsen erin om hem toch te redden. Hier lees je zijn verhaal

Inmiddels is Cruz hersteld van de aanval, en heeft hij weer evenveel bloed in zijn lichaam als ieder ander mens: ongeveer vijf liter.  

Die grote hoeveelheid bloed in het menselijk lichaam is misschien ook wel de reden dat haaien soms mensen aanvallen. De dieren kunnen één druppel bloed ruiken op ongeveer 500 meter afstand.

Lees ook:
– 7 feiten en een mythe over je huid
– Je huid bevat 1000 soorten bacteriën – en die zitten op deze onverwachte plekken
– Hoeveel botten heeft een mens eigenlijk?

Hoe maak je vrienden na je dertigste?

H

Kun je nog echte vrienden maken na je dertigste? Een paar jaar geleden merkte ik dat mijn vriendenkring een beetje was ‘vastgeroest’. Op borrels en verjaardagen nodigde ik voornamelijk dezelfde twintig mensen uit: een vriendengroep waarmee ik ben opgegroeid in Pijnacker, aangevuld met wat studievrienden en een enkele collega. 

Er kwamen wel nieuwe kennissen in mijn leven, maar weinig echte vrienden. Was het de leeftijd? Had ik te druk gekregen met werk, of werd ik een beetje eenkennig?

Wat blijkt, volgens wetenschappers is dat een vastgeroeste vrienden kring op je dertigste goed verklaarbaar: dertigerplussers blijven hangen in vriendschappen uit het verleden en hun sociale cirkel zit ‘op slot’.

Wat zegt de wetenschap over het maken van vrienden op latere leeftijd? Ik schreef er een verhaal over voor de Volkskrant en sprak verschillende experts. Hieronder lees je het.

Vrienden maken na je dertigste

‘Het klinkt wat cru, maar in de sociale cirkels van dertigers is inderdaad weinig plek voor nieuwe contacten’, zegt Robin Dunbar, psycholoog aan de Universiteit van Cambridge. Ik heb hem gebeld, omdat hij de ontdekker is van de wetenschappelijke vriendschapslimiet – het maximum aan vrienden dat mensen kunnen onderhouden.

Natuurlijk, de ene vriendenkring is groter dan de ander, geeft hij toe. ‘Extraverten hebben bijvoorbeeld relatief veel vrienden, ze verdelen hun tijd over meer mensen en leggen dus minder diepgaande contacten.’

Maar zelfs de grootste sociale wonderkinderen kunnen hun vriendenkring niet oneindig oprekken. Dunbar toonde in de jaren negentig aan dat de grootte van de hersenschors van mensapen nauw samenhangt met de grootte van de groepen waarin ze leven.

Zo hebben gorilla’s gemiddeld 20 groepsgenoten, terwijl de met een relatief grotere neocortex uitgeruste chimpansees in troepen van 35 individuen door de bomen slingeren. 

Hoeveel vrienden kan een mens maken?

Dunbar schatte dat mensen gezien hun hersenschors maximaal 148 vrienden en kennissen zouden kunnen onderhouden.

Toen hij de sociale netwerken van proefpersonen onder de loep nam, bleek dat getal te kloppen. Dat maximum aantal vrienden staat inmiddels bekend als Dunbar’s number. En de limiet van alleen bij moderne mensen. ‘Bij legerheden in het Romeinse rijk lag de grens ook rond de 150 soldaten’, zegt Dunbar. Opgravingen suggereren volgens hem dat zelfs jagerverzamelaars in groepen van deze grootte leefden. ‘Met meer mensen verlies je blijkbaar het overzicht.’ 

Hieronder zie je een korte uitleg van Dunbar’s number.

Er zijn trouwens ook wetenschappers die hun twijfels hebben bij het getal van 150 vrienden. Aannemelijker is dat het vriendenmaximum voor iedereen verschillend is.

Experiment: vrienden maken via meetup

Ik heb lang geen honderdvijftig vrienden. Moet ik gewoon meer mijn best doen? Het is zaterdagavond. Een man die ik tien minuten geleden heb leren kennen, trakteert me op een biertje in de Italiaanse bar Gusto’s in Den Haag. Hij stelt zich voor als Andy. ‘Normaal begin ik geen praatjes meer met wildvreemden’, zegt hij. ‘Mensen kijken je raar aan: ze denken dat je iets van hen wilt.’

Vandaag is de situatie anders. Andy is net als ik bezoeker op een bijeenkomst van Meetup.com, een internetsite waarop gebruikers borrels of uitjes organiseren om mensen die dezelfde interesses te leren kennen.

Andy emigreerde enkele jaren geleden met zijn gezin vanuit Engeland naar Nederland. ‘Vrienden maken vind ik lastig hier. Het lijkt wel alsof groepen schoolvrienden en jaarclubs heilig zijn en niemand echt zit te wachten op nieuwe contacten.’  

Ergens herken ik zijn probleem. Ik heb vaak genoeg een leuk gesprek met een andere man in een kroeg of op een borrel. Maar iemand daarna meteen uitnodigen voor vriendschapsbevorderende activiteiten als samen sporten of bier drinken, doe ik niet snel. En als ik toch zo vrij ben, komt het tot hooguit één of twee afspraken en niet tot een hechte vriendschap. Ik vraag me af of het bij Andy anders zal zijn. ‘Laten we in ieder geval nog eens een biertje doen’, zeg ik na een interessant gesprek over nieuwe mensen ontmoeten. 

PAs op: weinig plek voor echte vrienden

Maar de kans dat hij echt een goede vriend wordt is klein, waarschuwt Dunbar. Het vriendenmaximum van 148 sociale contacten is bedrieglijk. Je hebt minder ruimte dan je denkt.

In de menselijke sociale cirkel is namelijk weinig plek in het centrum – daar waar je echte vrienden zich bevinden. Dunbar schetst het patroon van een sociaal netwerk aan de hand van rimpelvorming in het water. ‘Gooi een steen in een meer en kijk naar de kringen die daar dan omheen ontstaan’, zegt hij. ‘Dat is hoe je sociale cirkel eruit ziet.’ 

In de binnenste cirkel zitten je dierbaren: drie tot vijf grootste zielsverwanten. De twee kringen daaromheen wordt volgens Dunbar bevolkt door respectievelijk 15 en 30 personen. ‘Dat zijn je goede vrienden, mensen die je een keer per week of maand ziet en waarmee je diepere gevoelens deelt.’

Kinderen zitten vriendschap in de weg

De mensen in de buitenste lagen zijn meer kennissen met wie je eens per halfjaar of nog minder afspreekt.

Vooral bij dertigers zijn de drie ‘inner circles’ bezet door het gezin, familieleden en vrienden uit de jeugd. Drukke banen en om aandacht vragende kinderen beperken de tijd voor nieuwe contacten. ‘Er is minder beweging in hun netwerken, ze ontmoeten niet meer elk weekend mensen in het café’, zegt Dunbar. 

De overvolle sociale netwerken maken een vriendenjacht lastig voor volwassenen die naar een andere stad verhuizen, of gewoon nieuwe mensen willen ontmoeten. De oplossing? ‘Boor nieuwe netwerken aan bij een sport- of hobbyvereniging’, zegt Dunbar. ‘Een bijeenkomst als Meetup is een goed begin, maar misschien moet je inventiever zijn.’

Zingen voor nieuwe contacten?

Een paar dagen later sta ik bij het Prestige koor in Leiden. Dunbar heeft me namelijk een bijzonder advies gegeven. ‘Ga zingen in groepsverband. Dat is een bewezen effectieve manier om nieuwe vriendschappen te sluiten.’

De muzikale leider van het Prestige koor gebaart dat het mijn beurt is om te zingen. Ik staar naar de bladmuziek in mijn handen, maar heb geen idee bij welke regel we zijn. Noten lezen kan ik niet en zingen doe ik hooguit onder de douche. Achter me brengen zestig mensen uit volle borst de opening van Nothing Really Matters van Mr. Probz ten gehore in het Leidse Volkshuis.

Ik begin ook te zingen. Gelukkig word ik overstemd door de andere mannen om me heen. Na afloop van mijn zangbeurt geeft iemand me een schouderklopje, ook al zong ik naar mijn idee vals. Muzikale leider Ton van Diepen verzekert me even later dat een koor een snelkookplan is voor vriendschappen. ‘Deze groep in Leiden is net opgericht, maar in Hoorn zijn we langer bezig. Daar ontstonden binnen no time Whatsapp-groepjes van mensen die samen op high tea gingen.’ Zelf heeft hij zijn beste vriend overgehouden aan een koor. 

Geen toeval, denkt Robin Dunbar. ‘Uit mijn onderzoeken naar zang blijkt dat mensen in een koor sneller vriendschappelijke gevoelens voor elkaar krijgen dan bij andere verenigingen.’ Hij vermoedt dat zingen al vroeg in de evolutie is ontstaan om grote groepen mensen bijeen te houden. ‘Zingen is voor mensen mogelijk net zoiets als vlooien bij apen, je versterkt de onderlinge band.’

Je maakt stiekem toch nieuwe vrienden

Toch is vriendschappen forceren met wetenschappelijke trucs niet per se nodig. Socioloog Gerard Mollenhorst van de Universiteit van Utrecht predikt vooral geduld. Hij bracht de vriendennetwerken van 1007 proefpersonen tussen de 18 en 65 jaar in kaart

Zeven jaar later deed hij dat opnieuw. En wat bleek? Gemiddeld de helft van hun vriendenkring was vervangen door nieuwe contacten, zonder dat ze daar iets speciaals voor deden. 

De vriendschapsbarriere bij dertigers is volgens Mollenhorst dan ook deels een illusie. ‘Er komen echt wel langzaam nieuwe vrienden bij, alleen hebben je bij hen niet meteen hetzelfde gevoel als bij de mensen die je kent uit je middelbare school en studententijd en die je destijds elke dag zag.’

Blijf ik ook hangen in vriendschappen uit het verleden? ‘Goed mogelijk’, zegt Jaap Murre, psycholoog aan de UVA. Een kronkel in het menselijk geheugen zorgt ervoor dat iedereen zijn tienerjaren in het volwassen leven als een ijkpunt blijft gebruiken.

Valkuil: Vroeger was alles beter

‘Dingen die je in deze levensfase hebt beleefd, komen op de één of andere manier sneller weer bovendrijven.’ Dat effect wordt in de psychologie de reminiscence bump genoemd, vrij vertaald herinneringenbobbel. ‘Wanneer je proefpersonen de opdracht geeft om zo veel mogelijk willekeurige herinneringen op te schrijven, komt een buitenproportioneel grote berg van die momenten uit hun tienerjaren’, zegt Murre. Dat effect is behoorlijk sterk en goed onderbouwd met vele studies.’ 

Naar de oorzaak van dat geheugenfenomeen is het gissen. Mogelijk ontstaat het effect door het grote aantal vormende ervaringen dat mensen in deze levensfase meemaken. ‘Je eerst baantje, je eerste zoen’. Maar die theorie kan niet alles verklaren. ‘Mensen herinneren zich ook bijzonder veel futiele dingen uit deze fase”, zegt Murre. “Bijvoorbeeld zomaar een moment dat ze in de tuin aan het voetballen waren.’ Aannemelijker is dan ook dat tienerherinneringen sterker zijn, omdat het menselijk brein in je puberteit zijn piek bereikt qua efficiëntie. ‘Je visuele en auditieve geheugen functioneren rond je 16e jaar op het toppunt.’

Vrienden zijn als oude muziek

De grote berg herinneringen uit de tienerjaren heeft ook invloed op keuzes die we maken. Bij een onderzoek vroeg Murre via internet aan duizenden  proefpersonen wat hun favoriete boek, muziek en film was. Het was alsof de puber weer in hun boven kwam. Het overgrote merendeel koos voor werken die ze tussen hun 15e en 20e tot zich hadden genomen. ‘Het is daarom heel aannemelijk dat je vriendschappen uit deze tijd ook wat romantiseert.’

Je nieuwe vrienden afzetten tegen je oude schoolkameraden is dus oneerlijk. ‘Aan de vriendschappen uit je jeugd heb je intensere herinneringen dan aan de nieuwe mensen, al helemaal omdat je die ook korter kent.’ Volgens Murre is het geen gek idee om daar rekening mee te houden. ‘Geef nieuwe kennissen langer de tijd. Een vriendschap opbouwen is een lang proces.’

 geleidelijke weg heeft mij uiteindelijk de meeste nieuwe contacten opgeleverd. Sinds ik me een paar jaar geleden realiseerde dat mijn vriendenkring wat op slot zat, ging ik wat vaker naar maandelijkse borrels van tekstschijvers en journalisten. Ik sloot me via een collega ook aan bij een gezelschap voetballers dat elke maandagavond een balletje trapt op het strand in Scheveningen. En in de plaatselijke Coffee Company waar ik regelmatig werk, knoopte ik gesprekjes aan met bezoekers die herkende van eerdere keren. Langzamerhand eindigen dat soort steeds terugkerende contacten steeds vaker bij een glas bier in de kroeg, zonder dat ik daar bewust op aanstuurde. 

Vriendschap is: mensen vaker zien

In de wetenschap wordt dat ook wel het ‘bekend maakt bemind’-effect genoemd. Het meest bizarre bewijs voor dit fenomeen werd in 1968 geleverd door psycholoog Robert Zajonc. Hij observeerde hoe studenten op Oregon State University elke week bezoek kregen van een man die in een zwarte vuilniszak was gehuld. Alleen zijn voeten staken eronderuit. De studenten reageerden eerst afwijzend op hem. Maar na een paar maanden begonnen ze de ‘lopende vuilniszak’ vriendelijker te benaderen. Ze beschermden hem zelfs tegen opdringerige cameraploegen die het experiment kwamen filmen. Als we iemand regelmatig zien, gaat vriendschap sluiten dus bijna vanzelf.   

Toen ik onlangs mijn verjaardag vierde bestond zeker de helft van de aanwezigen niet meer uit mijn vertrouwde vriendengroep, maar uit mensen die ik in de afgelopen vijf jaar vaak tegenkwam bij borrels, in koffietentjes en bij voetbalpartijtjes. Kortom: vrienden maken gaat langzaam, maar het kan ook na je dertigste.

Lees ook:
– Met dit simpele namenspel leer je snel de namen van nieuwe mensen

 

Hoe wordt vuurwerk eigenlijk gemaakt? Over geschiedenis en records

H
vuurwerk-foto

De geschiedenis van vuurwerk gaat ongeveer 1500 jaar terug. Tijdens de Tang-dynastie in China gebruikten mensen al knalvuurwerk om boze geesten te verdrijven.

Nog steeds is vuurwerk nauwelijks weg te denken uit onze maatschappij, ook al pleiten steeds meer mensen voor een verbod. Voor het populair wetenschappelijk tijdschrift KIJK nam ik een duik in de geschiedenis van knalvuurwerk en siervuurwerk. Hoe wordt het gemaakt? Wie heeft het uitgevonden? En wat is ernstvuurwerk?

Hoe maak je (knal)vuurwerk

De ingrediënten voor de simpelste vorm van vuurwerk – het rotje – zijn al duizenden jaren hetzelfde. De kartonnen kokers worden gevuld met kaliumnitraat oftewel salpeter, houtskoolpoeder en zwavel in de verhouding 15:3:2. De eerste Chinese vuurwerkmakers gebruikten precies hetzelfde mengsel. 

Als je de lont van een rotje aansteekt, reageren de ingrediënten hevig op elkaar. De vaste stoffen worden omgezet in koolstofdioxide en stikstofgas. De druk in het kartonnen omhulsel neemt door die gassen razendsnel toe, zodat het rotje uit elkaar knalt. 

Hoe werken vuurpijlen

Vuurwerk wordt natuurlijk echter pas echt spectaculair als het door de lucht vliegt.  Het maken van een vuurpijl is wat ingewikkelder dan een rotje. Dit soort vuurwerk bevat meestal twee compartimenten met buskruit.

De eerste lading is bedoeld om de pijl de lucht in te lanceren. Een zeer langzaam brandende lont zet dit deel als eerste in vuur en vlam. De gassen die ontstaan, kunnen ontsnappen via een klein gaatje aan de onderkant: de straalpijp. Hierdoor vliegt de pijl omhoog. De houten stok aan de onderkant zorgt voor de nodige stabiliteit tijdens de vlucht. 

Wanneer de pijl zijn hoogste punt bereikt, heeft het vuur van de lont zich verspreidt naar het tweede compartiment. Dit is gevuld met buskruit en zogenaamde sterren die zorgen voor lichteffecten. 

De kleur van vuurwerk

De specifieke kleuren van vuurwerk komen tot stand door een reactie van metalen die zijn toegevoegd aan het buskruit. Door de explosie van het buskruit stijgt het energieniveau van de elektronen in deze metalen.

Als de ontploffing voorbij is, komen de elektronen weer langzaam in hun oude staat. De extra opgewekte energie komt dan vrij in de vorm van licht. De kleur van het licht hangt af van het soort metaal. Magnesium zorgt bijvoorbeeld voor wit licht, strontiumnitraat veroorzaakt een rode gloed, chloraat geeft een groene kleur af en koper zorgt voor blauw licht.  

Wat is Ernstvuurwerk? 

Vuurwerk steek je niet altijd af ter gelegenheid van een feestje. Als je op zee in nood raakt, kan zogenaamd ernstvuurwerk je laatste hoop op redding zijn.

Zeilers die hulp nodig hebben en geen verbinding meer hebben met het vaste land, schieten vaak lichtkogels af. Dat zijn een soort vuurpijlen die niet ontploffen, maar wel enkele tientallen seconden lang een groen of rood licht afgeven.

Ook in het leger wordt ernstvuurwerk gebruikt. Zo trekken soldaten soms een rookgordijn op met behulp van een rookbom.  

Tijdlijn: de geschiedenis van vuurwerk

200 voor Christus – Bamboerotjes
De voorlopers van rotjes zijn waarschijnlijk afgestoken tijdens de Han-dynastie in China. Boeren gooiden destijds bamboe in kampvuren om boze geesten op afstand te houden. De bamboestengels ontploften, omdat lucht aan de binnenkant uitzette door de hitte.      

1e eeuw – Bengaals vuurwerk
De bewoners van Bengalen (een regio in het noordoosten van Azië) kookten honderd jaar na Christus al voedsel op houtvuur. Ook voegden ze ze bij gebrek aan zout vaak salpeter aan hun eten toe. Het is volgens sommige wetenschappers mogelijk dat dit salpeter in aanraking kwam met het vuur en zorgde voor de eerste lichteffecten, waardoor zogenoemd Bengaals vuurwerk ontstond.

6e tot 10e eeuw – buskruit 
De Chinezen vonden waarschijnlijk tussen de zesde de tiende eeuw het buskruit uit. Ze gebruikten hun primitieve vuurwerk bij religieuze rituelen. Maar waarschijnlijk lanceerden ze ook al met buskruit gevulde raketten tijdens oorlogen. 

13e eeuw – Vuurwerk in Europa
De ontdekkingsreiziger Marco Polo bracht het buskruit waarschijnlijk in de dertiende eeuw naar Europa, waar het vooral voor de ontwikkeling van raketten en bommen wordt gebruikt. 

14e en 15e eeuw Italiaans vuurwerk
De Italianen begonnen als eerste volk in Europa zelf siervuurwerk te ontwikkelen. Ze zagen dit vuurwerk als een vorm van kunst. 

16e eeuw – Independence Day 
Het vuurwerk bereikt ook de Verenigde Staten. In 1777 wordt Independence Day voor het eerst gevierd, met vuurpijlen.   

19e eeuw – Vuurwerk in kleur  
Italiaanse vuurwerkdeskundigen oftewel pyrotechnici voorzien vuurwerk in 1830  voor het eerst van kleur. 

Feiten en cijfers over vuurwerk

  • De grootste vuurpijl ter wereld werd op 8 februari 2020 afgestoken in Colorado. De pijl woog 1270 kilo. Hierboven zie je een filmpje van de lancering.
  • Tijdens een gemiddelde jaarwisseling wordt er in Nederland ongeveer 12 miljoen kilo vuurwerk afgestoken. 
  • Een rotje mag  in Nederland maar 0,5 buskruit bevatten. Verder moet de lont zo vertragend werken dat het vuurwerk pas 3 seconden na het aansteken ontploft. 
  • Nederlanders mogen maximaal 10 kilo vuurwerk per persoon vervoeren. Knalvuurwerk mag niet luider klinken dan 156 decibel.
  • De meest getroffen lichaamsdelen bij vuurwerkongelukken zijn vingers (32%), handen (25%), ogen (15%) en het hoofd (13%)
  • Bij de grootste vuurwerkshow aller tijden in Dubai werden op 31 december 2014 maarliefst 479,651 stuks vuurwerk de lucht in geschoten binnen zes minuten. Dat leverde een vermelding op in het Guinness Book of Records.

Lees ook:
– Hoeveel calorieën zitten er in menselijke poep?
– Waarom zeggen we ‘gezondheid’ als iemand niest

Wat zeggen honden precies met hun kwispelende staarten?

W
hondenstaart

Mijn oppashond Thabor begroet me deze zomer elke ochtend met dezelfde staartbeweging. Als ik de huiskamer binnenloop en haar naam noem, slaat ze met haar staart een paar keer op op de grond.  Kijk maar…

Soms doet ze dat heel enthousiast, zodat er een luid getik op de vloer klinkt (onderaan dit artikel zie je een filmpje). Vaak kijkt ze me hierbij doordringend aan, alsof ze vraagt: wat gaan we doen? 

Maar let op, een kwispelende hond is niet altijd blij. 

De taal van een hondenstaart

Het gedrag van mijn oppashond maakte me nieuwsgierig naar de betekenis van gekwispel. Wat willen honden ons duidelijk maken met verschillende staartbewegingen? 

Helaas kan een hond je dat niet zelf vertellen. Maar wetenschappers hebben wél talloze experimenten en onderzoeken uitgevoerd om de taal van hun staartbewegingen te ontcijferen. Inmiddels weten biologen vrij goed wat honden zeggen met hun staart. Zo maakt het bijvoorbeeld veel uit of een staart naar rechts of naar links beweegt.  

Het kan het verschil betekenen tussen positieve opwinding en angst…

Staart naar rechts of links? 

Als honden hun staart vooral naar rechts laten zwiepen (gezien vanaf hun eigen gezichtspunt), zijn ze meestal blij en opgewonden. 

Als de viervoeters iets of iemand zien waar ze liever geen contact mee maken, bewegen ze hun staart bij het kwispelen meer naar links. 

Hoe weten we dat? Italiaanse wetenschappers hebben dit ontdekt bij een inmiddels beroemd experiment. Ze plaatsen 30 honden één voor één in een kooi vol camera’s, zodat ze hun staartbewegingen goed konden filmen. Vervolgens werden de viervoeters geconfronteerd met hun baasjes en andere vriendelijke mensen, maar ook met katten en agressieve honden. 

Bij het zien van hun baasje, vriendelijke mensen of een kat, zwiepte de staart van bijna elke hond naar rechts. Bij het zien van agressieve honden bewoog hun staart juist naar links. 

Hoe reageren andere honden? 

Andere honden begrijpen meteen wat een soortgenoot communiceert met een staartbeweging naar links of naar rechts. Dat bleek toen de Italiaanse wetenschappers bij een vervolgexperiment lieten kijken naar videobeelden van andere viervoeters. 

Als de honden een soortgenoot naar links zagen kwispelen, schoot hun hartslag omhoog en werden ze zenuwachtig. Als de viervoeter op de videobeelden zijn staart naar rechts bewoog, bleven de honden rustig.  

Snel of langzaam kwispelen

Ook de snelheid waarmee een hond de staart heen en weer beweegt, zegt iets over de relatie met het andere dier of mens. Hoe sneller de bewegingen, hoe beter de verstandhouding.

Bij het Italiaanse experiment bleek dat honden hun staart razensnel heen en weer lieten zwiepen bij het zien van hun baas. 

Bij andere vriendelijke mensen, ging hun staart iets langzamer heen en weer. Bij katten bewoog hun staart wel naar rechts, maar opvallend traag. Kortom: ze hadden zin om op de kat af te rennen, maar waarschijnlijk niet omdat ze warme gevoelens hadden voor het dier. 

Staart hoog of laag? 

Ook als honden niet kwispelen kun je iets aflezen aan hun staart. De basishouding laat zien hoe het dier zich voelt. Volgens hondenexperts en organisaties kun je de volgende emoties aflezen aan de verschillende staarthoudingen

Staart laag
De hond voelt zich onzeker en mogelijk bedreigd. In het meest extreme geval duwt het dier zijn staart onder zijn lichaam om zijn onderdanigheid te tonen, in de hoop gevaar af te wenden. 

Staart ontspannen
De hond is ontspannen en niet erg bezig met zijn omgeving. Het dier communiceert nu verder niet met zijn staart. 

Staart halfhoog  
De hond is opgewonden, heeft zelfvertrouwen en wil zijn omgeving verkennen. De kans is ook groot dat het dier open staat om te spelen. 

Staart helemaal omhoog
De hond neemt een dominante positie aan en voelt zich heer en meester in zijn omgeving. Dit kan een waarschuwing zijn voor een aanval op bijvoorbeeld een soortgenoot, of in extreme gevallen een mens.  

In de video hieronder worden de verschillende posities uitgelegd met plaatjes.

Waarom honden kwispelen

Overigens kun je bij pasgeboren puppy’s nog geen emoties aflezen aan hun staartbewegingen. Het is aangeleerd gedrag.

Honden leren de kwispelende staartbewegingen pas na enkele weken van hun moeder. Als honden niet opgroeien bij hun moeder, maar bijvoorbeeld bij katten, kwispelen ze veel minder. 

In het filmpje hieronder, zie je hoe mijn oppashond Thabor reageert als ze haar naam hoort.

Lees ook:
Hoe ziet een hond zijn baas?
Waarom katten zo lang slapen

Bomen herkennen doe je zo: van beuk tot iep en es

B
bomen-herkennen-foto

Bomen herkennen is lastig. Tenminste, dat vind ik. Laatst liep ik langs een gigantische boom op het schoolplein van mijn oude basisschool. We gebruikten de stam vroeger als doelpaal. De aanblik van de boom riep een nostalgisch gevoel op. Maar toen bedacht ik me iets geks: ik wist niet wat voor boomsoort het was. 

Eigenlijk is dat raar. In Nederland wandel je elke dag langs tien tot honderd bomen. Maar veel Nederlanders – waaronder ikzelf dus –  kunnen de meest simpele boomsoorten niet herkennen.

Welke boomsoorten herken jij als je door een bos loopt, of de wijk waarin je woont? Alleen in Nederland staan meer dan 5.000 soorten bomen.

bomen herkennen doe je zo

In dit artikel geef ik een overzicht van de meest voorkomende soorten bomen in Nederland. En ik probeer je met een goede beschrijving en foto’s een signalement te geven, zodat je ze zelf kunt herkennen tijdens je volgende wandeling.

1 – Grove den 

Door Hello, I am Bruce on Flickr – Flickr, CC BY-SA 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=6314896

De grove den (Pinus sylvestris) is een naaldboom met lange stengels aan de takken, waaraan verspreid staande naalden zitten. Een grove den kan 25 tot 35 meter hoog worden. 

Uit onderzoek van de Universiteit Wageningen blijkt dat de grove den de meest voorkomende boomsoort in Nederland is. Ongeveer een derde van al onze bossen bestaat uit aangeplante grove dennen. 

Hoe herken je de grove den? 
Deze bomen kun je herkennen aan het oranje bruine schors bovenaan de stam. Verder staan de naalden in typisch patroon, twee aan twee (zie foto). De naalden zijn ongeveer 5 centimeter lang. 

In het filmpje hieronder zie je beelden van de grove den en krijg je meer uitleg.

2 –  eik 

Door Jürgen Eissink – Eigen werk, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=80145199

De eik (Quercus) is een boom waaraan, zoals de naam al zegt, eikels groeien. Meestal gebeurt dat in het najaar. Als eiken in een open omgeving groeien, kunnen ze tot 40 meter hoog worden. Ongeveer 18 procent van alle bomen in Nederland zijn eiken.

Eiken verspreiden zich overigens met behulp van hun eikels. Die vallen niet ver van de boom, en worden vaak verplaatst en elders begraven door eekhoorns. Vervolgens kan daar een nieuwe eik groeien. 

Hoe herken je een eik? 
Een eikenboom herken je aan de zogenoemde gelobde bladeren. Dat houdt in dat er inkepingen in het blad zitten die een wat afgeronde vorm hebben. Verder kan de stam erg dik worden en zijn de takken wat gebogen. Aan de eikels zitten relatief lange steeltjes. In het filmpje hieronder zie je dat goed.

3 – Berk

Door Darkone, de:21. Oktober 2004 – Verplaatst vanaf de.wikipedia naar Commons door Multichill., CC BY-SA 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=3383436

De berk (betula) komt eigenlijk overal op het noordelijk halfrond voor. Voor de Germanen was de berk een heilige boom. Ze geloofden dat de godin van de liefde, Freya, in deze bomen huisde. In Nederland hoort ongeveer 6 procent van alle bomen bij deze soort. De vraag is of dat zo blijft. Berken hebben erg ondiepe wortels, en zijn daardoor slecht bestand tegen de toenemende droogte.

Hoe herken je een berk?
Berken zijn één van de makkelijkst te herkennen boomsoorten in Nederland. De bomen hebben een opvallende witte bast en lichtgroene bladeren. Ze worden ook wel ‘de witte vrouwen met groene sluiers’ genoemd. De bladeren zijn ruitvormig en er zitten karteltjes aan de randen. Als de boom in bloei staat groeien er rupsvormige bloemen aan, die ‘katjes’ worden genoemd.

4 – Beuk

Door Henk Monster, CC BY 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=59713277

De beuk (Fagus sylvatica) is een breed uitgroeiende boom met takken waaraan zigzaggende twijgjes groeien. Aan de boom groeien beukennootjes die in het najaar eetbaar zijn. Beuken hebben een dicht bladerdak, dat zorgt voor voor veel schaduw. Ongeveer 4 procent van alle bomen in Nederland zijn beuken. Hieronder zie je een portret van één van de oudste beuken in Nederland.

Hoe herken je een beuk?
Je herkent een beuk aan de mooie koepelvormige kroon. De bomen worden ongeveer dertig meter hoog. De stam is opvallend glad. De bladeren van beuken zijn ovaalvormig met een relatief gladde rand. Beukennootjes groeien in een stekelig omhulsel, ook wel een bolster genoemd. Hieronder zie je een tekening uit een schoolboek uit de vorige eeuw.

5 – Wilg

Door Antilived – Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1444090

De wilg (Salix) kom je in Nederland in vele vormen tegen: van treurwilg tot knotwilg, schietwilg of kraakwilg. Het zijn ijzersterke bomen die ook kunnen groeien in waterrijke gebieden. Veel wilgen kunnen zelfs overleven als ze een tijdje onderwater staan. In de bast van wilgen zit salicinezuur. Dat stofje werd lang gebruikt om pijnstillers te maken (weet jij eigenlijk hoe paracetamol werkt?)

Hoe herken je een wilg?
Sommige beuken zijn makkelijk te herkennen aan hun uiterlijk. De knotwilg aan zijn afgezaagde bovenkant, en de treurwilg en zijn lange slierten van bladeren die tot op de grond of in het water hangen.
Maar de beste manier om een wilg te herkennen, is kijken naar de bladeren. Die zijn lancetvormig, oftewel puntig, en aan de zijkanten zitten fijne karteltjes. Ze groeien in een soort spiraalvorm, verspreid rond de takken,

6 – Es

Essen (Fraxinus excelsior) zijn grote en snelgroeiende loofbomen. Ze worden vaak aangeplant in woonwijken en parken, omdat ze snel groeien, tot wel 60 centimeter per jaar. Een es kan een hoogte bereiken van ongeveer 40 meter.

Hoe herken je een es?
Een es heeft puntige, veervormige bladeren, die twee aan twee groeien aan olijfgroene twijgjes die uit de takken komen. Maar het meest opvallend zijn de donkere knoppen aan de takken. Dit zijn zogenoemde knopschubben, waaruit later nieuwe stengels groeien. In het filmpje hieronder worden de bladeren en de knoppen getoond.

7 – Populier

Door Rasbak – Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=349234

Populieren (Populus zijn slanke en hoge bomen die veel voorkomen in Nederlandse bossen. Al vanaf de middeleeuwen werd deze boomsoort in grote getale aangeplant, omdat populieren relatief snel groeien. Sommige soorten groeien wel drie meter per jaar.

Het hout van deze bomen werd vroeger gebruikt voor de productie van klompen, maar ook om verfpanelen van te maken. Zo is de Mona Lisa geschilderd op een paneel van populierenhout.

Hoe herken je een populier?
Populieren herken je aan de ruitvormige bladeren en lange bladstelen. Het bladerdak ruist door die lange stelen al bij het kleinste zuchtje wind. Aan die typische trillende bladeren kun je een populier het makkelijkst herkennen.

In dit filmpje zie je goed hoe populieren eruit zien:

8 – Iep

De iep (Ulmus) is een loofboom met gekartelde bladeren, die ongeveer dertig meter hoog kan worden. Iepen horen tot de oudste boomsoorten op aarde. Zelfs de Oude Grieken teelden deze boomsoort al om wijnranken te ondersteunen.

De bomen worden helaas vaak ziek door de zogenoemde iepenziekte, waarbij een schimmel de groei van nieuwe bladeren verstoort.

Hoe herken je een iep?
Je kunt de iep het beste herkennen aan het boomblad. De bladeren hebben bij de steel aan één kant een inkeping. Het lijkt bijna alsof iemand een hap heeft genomen uit de onderkant van het blad. In het onderstaande filmpje kun je dat goed zien.

9 – Linde

Door Toubib op de Nederlandstalige Wikipedia, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1855745

De linde is een markant geslacht van bomen dat al eeuwen als markeringspunt wordt geplant op Nederlandse pleinen en langs lanen. Deze bomen kunnen vele honderden jaren oud worden. Achter het gemeentehuis in Oisterwijk staat bijvoorbeeld de ‘duizendjarige Marialinde‘.

Hoe herken je een linde?
Een linde heeft hartvormige bladeren met een puntige top. Verder is deze boomsoort te herkennen aan de dieprode knoppen waaruit jonge twijgjes groeien. In het filmpje hieronder kun je de boombladeren en de stam in detail bekijken.

Heb je zelf veel kennis over bomen en zie je een foutje? Laat dat vooral weten in de comments. Overigens bleek de boom op mijn oude schoolplein ook een linde te zijn.

Lees ook:
– Dit zijn de oudste bomen van Nederland
– Hoeveel boomsoorten zijn er op aarde?
– Waarom de oudste boom ter wereld magische wortels heeft

Oogcontact zoeken? Met deze tips wordt het minder ongemakkelijk

O
oogcontact

Oogcontact is spannend en soms ongemakkelijk. Want hoe lang kun je iemand in de ogen kijken zonder dat het ‘raar’ wordt? En moet jij het oogcontact beginnen of juist niet?

Gek genoeg hebben wetenschappers onderzoek gedaan naar dat soort vragen. In dit artikel krijg je vijf tips voor minder ongemakkelijk oogcontact.  En je komt erachter hoe lang ‘normaal’ oogcontact duurt.

oogcontact

De Amerikaanse Psycholoog Art Aron en zijn vrouw Elaine Spaulding lieten in 1997 tientallen mannen en vrouwen kennis maken voor een wetenschappelijk experiment. De gelegenheidskoppels moesten elkaar eerst een aantal persoonlijke vragen stellen. Vervolgens kregen ze de opdracht om vier minuten lang in elkaars ogen te kijken, zonder een woord te zeggen. 

Het resultaat was verbluffend. Na afloop verklaarden bijna alle koppels dat ze zich tot elkaar voelden aangetrokken. Eén van de stellen trouwde een jaar later zelfs.

Nu is het waarschijnlijk geen goed idee om de eerste de beste persoon die je in de supermarkt tegenkomt twee minuten lang zwijgend in de ogen te staren.  Maar er zijn meer  experimenten die erop wijzen dat je veel kunt bereiken met oogcontact, mits je het op de juiste manier inzet en de situatie zich ervoor leent.

1 – Neem initiatief

Afwachten totdat de ander oogcontact met jou zoekt, is niet alleen een beetje slap, maar ook onvoordelig. Zelf het initiatief nemen, doet wonderen voor de eerste indruk die je maakt. Een onderzoek van de universiteit in Aberdeen wijst uit dat vrouwen en mannen iemand die nadrukkelijk oogcontact met hen zoekt, onmiddellijk als ‘interessanter’ en  ‘leuker’ beoordelen dan andere personen. 

Ook hersenonderzoek ondersteunt die conclusie.  De Britse wetenschapper Chris Frith zette honderden mensen voor verschillende foto’s van gezichten die naar hen staarden. Vervolgens maakte hij hersenscans van de proefpersonen. Wat bleek?  Op alle scans waren hersengebieden actief die normaal gesproken dopamine produceren wanneer we beloond worden voor iets. Oftewel: de meeste mensen zien oogcontact als een soort cadeautje.    

De Nederlandse onderzoeker Ischa van Straaten kent dat fenomeen. “Je kunt het vergelijken met andere sociale situaties. Als jij via via hoort dat iemand uit je directe omgeving je leuk vindt, dan ga je haar waarschijnlijk op een andere manier bekijken – als potentiële liefdespartner.”

Zo gaat dat ook bij oogcontact. Als iemand naar je kijkt, maakt dat je nieuwsgierig.  “En de meeste mensen voelen zich natuurlijk ook gewoon gestreeld als iemand anders interesse in hen toont. Toch is het wel zo dat veel oogcontact tussen mannen en vrouwen ontstaat, omdat de vrouw eerst een klein signaal geeft met haar lichaamstaal, zoals een snelle blik of een hand die door het haar gaat.  Mannen denken dan dat zij het contact initiëren, maar dat is niet zo.‘ 

2 – Niet gluren, wel glimlachen

Hoe je iemand aankijkt, is bepalend voor de afloop van het oogcontact. Psychologe Claire Conway liet honderden studentes foto’s bekijken van mannen. Soms keken de gefotografeerden vanuit hun ooghoeken naar de camera (dus naar de vrouwen),  op andere foto’s staarden ze recht in de lens. 

Hoewel het verschil tussen die foto’s soms maar heel klein was, werden alle mannen aantrekkelijker gevonden als ze recht vooruit keken. Iemand vanuit je ooghoeken bekijken en hopen op oogcontact is dus geen goed idee.

3 – Gebruik je wenkbrauwen bij oogcontact

Ook met je wenkbrauwen kun je het succes van die eerste uitdagende blik vergroten. Als je een bekende tegenkomt, doe je het waarschijnlijk al onbewust: je wenkbrauwen een tiende van een seconde omhoog trekken als teken dat je hem of haar kent. 

Volgens sommige deskundigen kun je die zogenaamde ‘eyebrow-flash’ voor bekenden ook stiekem inzetten als je een onbekende schone tegen het lijf loopt op  een feest.  Sociaal psycholoog Kate Fox van Het Social Issues Research Centre in Londen schrijft erover in dit onderzoek naar flirtgedrag.

‘Wanneer je razendsnel je wenkbrauwen optrekt, kan de ander onbewust het gevoel krijgen dat je een vriend of kennis moet zijn’, aldus Fox. ‘Als je diegene vervolgens aanspreekt, hij of zij zich daardoor waarschijnlijk af wie je bent. En als je een ervaren flirter bent, kun je van die verwarring gebruik maken.’ 

4 –  Overdrijf niet

Je kunt natuurlijk ook iets té enthousiast oogcontact maken.  Zeker wanneer je eenmaal een gesprek begint, is het wel zo slim om af en toe weg te kijken.  De meeste mensen wenden hun blik bijna automatisch af als ze zelf aan het woord zijn, omdat het bekijken en interpreteren van een gezicht veel hersencapaciteit kost. Zo bleek uit een experiment aan de universiteit van Stirling (Engeland) dat proefpersonen die continu oogcontact moeten houden met een gesprekspartner minder accuraat antwoorden kunnen geven op simpele vragen. 

‘Als je interesse wilt tonen terwijl iemand spreekt, kijk je normaal gesproken ongeveer driekwart van de tijd naar haar gezicht’, schrijft sociaal onderzoekster Kate Fox van het SIRC in haar onderzoek. ‘Degene die aan het woord is, kijkt maar ongeveer de helft van de tijd naar de ander. En direct oogcontact duurt tijdens een normaal gesprek maar zelden langer dan een seconde.”

Sterker nog: wetenschappers hebben onlangs uitgezocht dat ‘normaal’ oogcontact ongeveer een halve seconde duurt. Kijk je iemand langer dan 3,3 seconden aan, dan vinden de meeste mensen dat raar.

5 – Gebruik oogcontact in je relatie

Oogcontact is niet alleen een middel om het ijs te breken met onbekende vrouwen. Ook na een jarenlange relatie heb je er baat bij om je geliefde regelmatig in de ogen te kijken.  Dat toont een beroemd onderzoek van de Amerikaanse psycholoog Zick Rubin aan.

Hij liet een groot aantal koppels die al enkele jaren bij elkaar waren, een vragenlijst invullen waaruit hij kon opmaken hoe intens, spannend en liefdevol hun relatie was. Rubin gaf op basis van de vragenlijst elk koppel een cijfer voor hun relatie.  Daarna stuurde hij de stellen door naar een andere kamer waar camera’s hun ogen in de gaten hielden.

Volgens Rubin was duidelijk te zien dat de stellen die nog het meest verliefd waren, veel vaker oogcontact maakten dan koppels die minder hoog scoorden in zijn liefdestest. Zij leken letterlijk op elkaar uitgekeken…   

Lees ook:
– Hoeveel hersencellen heeft een mens?
– Hoeveel botten heeft een mens eigenlijk?

Waaruit bestaat je poep? (Spoiler: er zitten vitamines in)

W

Waaruit bestaat je ontlasting eigenlijk? Die vraag beantwoordde ik ooit toen ik meewerkte aan een special met lezersvragen voor het tijdschrift Quest. En dat leidde tot een nog veel gekkere vraag: zou poep eten gezond kunnen zijn?

Poep is in veel gevallen een behoorlijk energierijk hapje. Konijnen en hamsters eten om die reden hun eigen uitwerpselen zelfs weer op. Ze werken ‘s middags de keutels naar binnen die ze ‘s ochtends hebben uitgepoept.

In hun poep zitten nog veel onverteerde resten die calorieën en vitaminen bevatten. Hun spijsverteringssysteem kan de eerste keer niet alles verbranden, daarom sturen de dieren hun voedsel er twee keer doorheen. 

Bij mensen is ‘hergebruik’ van ontlasting gelukkig niet nodig. Ons spijsverteringssysteem werkt zo efficiënt dat het overgrote deel van ons eten in één keer verteren. Welke reis leg het voedsel af door je maag en darmen? Hoe ontstaat je poep? Hoeveel calorieën zitten erin? En hoe gezond of ongezond zou het zijn om poep te eten?

Poep eten? Wat eet je dan?

De vertering van het voedsel dat we eten, begint al als we een eerste hap nemen. Enzymen in ons speeksel onttrekken de eerste voedingsstoffen uit ons eten als het nog in onze mond zit, glucose bijvoorbeeld.

Eenmaal in de maag malen samentrekkende spieren al het voedsel in stukjes van ongeveer een millimeter. Ook wordt het vloeibaar gemaakt met maagsappen, zodat het gemakkelijk door onze darmen kan stromen. Daar vindt het belangrijkste deel van de spijsvertering plaats. 

In de vijf tot zes meter lange dunne darm vloeit het eten langs talloze minuscule vingervormige uitsteeksels (darmvlokken) die die specifieke voedingsstoffen opnemen. Sommige darmvlokken pikken vooral eiwitten op, anderen richten zich op vitamines, glucose of koolhydraten. De onverteerbare resten worden doorgestuurd naar de dikke darm, waar een groot deel wordt afgebroken door bacteriën. Alles wat daarna nog overblijft, verlaat het lichaam in de vorm van poep.  

Hoeveel calorieën zitten er nog in je poep?

Hoe veel voedselresten (en dus calorieën) er nog in je ontlasting zitten, hangt af van je dieet. “Als je veel goed verteerbaar voedsel eet, zoals brood, vlees en melkproducten, dan neemt je lichaam tot wel 95 procent van alle energie uit het voedsel op”, zegt voedingsdeskundige Wouter Hendriks van de Universiteit Wageningen.

Met groente en fruit hebben onze darmen meer moeite. Daar zitten pitten, vliesjes en ruwe vezels in die ons lichaam niet kan afbreken. Maar het belangrijkste probleem zijn de cellen van plantaardig voedsel. 

“Planten hebben harde celwanden, dat kan ons verteringssysteem niet goed aan. Het is niet voor niets dat een koe vier magen heeft en moet herkauwen om gras goed te verteren”, zegt Hendriks.

Aangezien de meeste mensen een gemengd dieet (groente, fruit, vlees en brood) volgen, verteren we volgens Hendriks gemiddeld 85 procent van ons eten. Per dag verorberen we ongeveer 2000 – 2500 (kilo)calorieën, 15 procent van dat aantal vinden we dus terug in onze ontlasting.

Vitamines in je drol

Maar hoe veel is dat per drol? De gemiddelde grote boodschap weegt ongeveer 300 gram. “Daarvan bestaat ongeveer 70 procent uit water”, zegt Hendriks. De overige 90 gram is droge stof: een combinatie van vezels, onverteerd voedsel en veel microbiële massa, oftewel de voedselresten die zijn afgebroken door bacteriën in de dikke darm. 

“In totaal bevat de droge stof ongeveer 4.5 tot 5.5 kilocalorieën per gram, oftewel ongeveer 450 kilocalorieën per drol”, zegt Hendriks.   

Naast calorieën zitten er in ontlasting ook vitamines die worden geproduceerd door de bacteriën in de dikke darm. “Vooral vitamine K. Dat is ook een van de redenen waarom veel dieren profiteren van het eten van hun ontlasting”, aldus Hendriks.

Kun je je eigen poep eten?

Je zou bijna zeggen dat het zonde is dat we die overgebleven voedingsstoffen en vitamines door het toilet te spoelen. Vooral in de microbiële massa zitten nog veel voedingsstoffen, die door de wisselwerking met de bacteriën ook goed verteerbaar zouden zijn.

Maar volgens Hendriks is het maar goed dat mensen er niet dezelfde gewoontes op nahouden als hamsters en konijnen. “De gedachte alleen al is natuurlijk ontsmakelijk, daarnaast kunnen er schadelijke bacteriën in je ontlasting zitten, zoals e-coli”, waarschuwt hij.  

In China werd menselijke ontlasting tot voor kort wel als voedsel gebruikt. Niet voor mensen, maar voor varkens. In sommige delen van het land vind je nog steeds ‘varkenstoiletten’. Deze wc’s voor mensen bestaan uit een groot gat dat uitkomt op hok waar varkens in worden gehouden. Inmiddels heeft de regering het gebruik van deze toiletten verboden, omdat een gevaar oplevert voor de volksgezondheid. De varkens die zich tegoed doen aan de ontlasting, worden namelijk uiteindelijk geslacht en opgegeten… door mensen.

Lees ook:
– Hoeveel smaakpapillen heeft een mens?
– Hoeveel botten heeft een mens?
– Hoe ziet een hond zijn baas?

 

 

Weetjes van een wetenschapsjournalist

Even voorstellen: Dennis Rijnvis

Als ik een stripheld zou zijn, zou ik er waarschijnlijk uitzien als op deze tekening. Mijn naam is Dennis Rijnvis. Ik ben schrijver, blogger en schreef als wetenschapsjournalist voor Quest en De Volkskrant. Op deze website deel ik inzichten over wetenschap, geschiedenis en zelfontwikkeling.

Op mijn andere blog Schrijfvis, geef ik schrijftips en advies voor storytelling.

Recente berichten

Recente reacties

Archieven

Categorieën

Meta