Weetjes van een wetenschapsjournalist
Auteur

Dennis Rijnvis

Schrijver en wetenschapsjournalist
D

Bewijs: je goudvis heeft een beter geheugen dan je denkt

B
goudvis-geheugen

Het geheugen van een goudvis zou maar 3 seconden teruggaan. Maar dat is een mythe. 

De dieren kunnen juist verrassend veel onthouden, bijvoorbeeld hoe ver ze hebben gezwommen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek aan de Universiteit van Oxford

Verder blijken vissen zich zelfs dingen te kunnen herinneren die een week eerder hebben geleerd. 

Het geheugen van goudvissen 

De Britse wetenschappers leerden goudvissen om een specifieke afstand te zwemmen. Dat kregen ze voor elkaar door de dieren in een aquarium los te laten en te voeren nadat ze 70 centimeter hadden gezwommen, zo meldt BBC News.

In het begin van het experiment maakten de onderzoekers een zwaaiende beweging boven het aquarium zodra de vissen deze afstand hadden bereikt. De dieren leerden al snel om na die zwaai te te stoppen en naar voedsel te happen. 

Maar uiteindelijk plaatsen de wetenschappers streepjes om de 10 centimeter op de bodem van het aquarium, zodat de vissen konden zien hoe ver ze hadden gezwommen. Ook nu werden ze steeds gevoerd nadat ze 70 centimeter hadden afgelegd. 

Maar de wetenschappers zwaaiden niet meer boven het aquarium om dat duidelijk te maken. 

Na een tijdje merkten de wetenschappers dat de goudvissen die in het aquarium werden losgelaten uit zichzelf stopten met zwemmen na ongeveer 70 centimeter. Kortom: ze hadden onthouden dat ze na die afstand voer kregen. 

Een experiment voor thuis

Het is niet de eerste studie die de beroemde mythe over het geheugen van goudvissen ontzenuwt. Een 15-jarige scholier uit Australië voerde in 2008 al een simpel experiment uit waaruit blijkt dat goudvissen zeker niet vergeetachtig zijn.

In de video hieronder leg ik uit wat hij deed. Maar je kunt het ook gewoon lezen, onder de player.

Rory Stokes uit Adelaide dompelde steeds een rood legoblokje in de kom van zijn goudvissen, vlak voordat hij begon met voeren. In het begin schrokken de vissen. Maar na een tijdje zwommen ze met opengesperde bek naar boven zodra ze het legoblok zagen. 

Ze zagen het als een teken dat ze gevoerd zouden worden. Rory was benieuwd hoe lang zijn goudvissen de herinnering aan het legoblok zouden houden. Hij voerde ze een week op de normale manier, dus zonder lego. 

Van 3 seconden naar een week

Maar toen hij het rode blokje na een week weer tevoorschijn haalde, waren de goudvissen het teken nog niet vergeten. Ze kwamen meteen weer naar boven en hapten naar voedsel, nog voordat het vissenvoer in het water lag. 

Kortom: het geheugen van een goudvis gaat verder dan 3 seconden en duurt minimaal een week. En waarschijnlijk zelfs nog veel langer. Misschien kan Rory de test bij zijn goudvissen nog eens uitvoeren, want de dieren kunnen tot 20 jaar oud worden.

Lees ook:
De naakte molrat: waarom dit lelijke dier ons mogelijk kan helpen om langer te leven
Wat zegt een hond precies met een kwispelende staart?

Dit is het best medicijn tegen kietelen

D

Jezelf kietelen is bijna onmogelijk. Dat komt waarschijnlijk omdat je hersenen je voorbereiden op kietelende bewegingen van je handen en je lichaam vertellen niet te reageren. 

Sterker nog: als je gekieteld wordt door iemand anders, kun je het effect onderdrukken door ook jezelf te kietelen. 

Tot die conclusies komen wetenschappers van de Humboldt Universiteit in een nieuwe studie naar kietelen bij mensen. 

De beste plekken om te kietelen

Tijdens hun experiment lieten de wetenschappers proefpersonen met blote armen en voeten plaatsnemen op een stoel. Eerst praatten de proefpersonen even kort met elkaar. Uit eerder onderzoek is namelijk gebleken dat kietelen meer effect heeft als je je op je gemak voelt bij iemand. 

Uiteindelijk werd met GoPro filmcamera’s in beeld gebracht hoe de proefpersonen reageerden terwijl achtereenvolgens hun voeten en armen werden gekieteld. 

De gezichtsuitdrukking van de gekietelde deelnemers veranderde al na 300 milliseconden na de eerste aanraking in een grijns of grimas. Na 500 milliseconden begonnen ze hardop te lachen.  

De proefpersonen lachten het hardst als hun voeten werden gekieteld. Volgens de wetenschappers is dit dan ook het lichaamsdeel waar mensen het meest gevoelig zijn voor gekietel. Uit een eerder onderzoek uit 1987 bleek dat ook al. Na de voeten zijn de oksels, nek en kin het meest kietelbaar. 

Het medicijn tegen kietelen

Maar de wetenschappers deden de meest opvallende ontdekking toen ze de proefpersonen vroegen om – terwijl ze gekieteld werden – ook zichzelf te kietelen. Op dat moment nam het effect sterk af. De deelnemers lachten minder hard en zeiden ook minder te voelen van de kietelende bewegingen. 

Daarmee is voor het eerst wetenschappelijk aangetoond dat je de ‘kieteldood’ kunt voorkomen door ook jezelf te kietelen. 

“We denken dat je brein op dat moment een trucje uithaalt door je lichaam te vertellen: zodra je jezelf aanraakt, stop dan met reageren”, verklaart hoofdonderzoeker Michael Brecht op nieuwssite Wired.

Waarschijnlijk is deze reactie ‘ingebouwd’ in ons brein, zodat we onszelf niet per ongeluk kietelen als we bijvoorbeeld onder onze oksel krabben, of een sok aantrekken. 

Het nut van kietelen

Het onderzoek naar kietelen staat nog in de kinderschoenen. Tot nu toe is er alleen hersenonderzoek naar het fenomeen uitgevoerd bij ratten. In het filmpje hieronder zie je wat er in het brein van een ratten gebeurt als ze op hun buik worden gekieteld. 

Wetenschappers vermoeden dat kietelen een sociale functie heeft onder zoogdieren, net als bijvoorbeeld oogcontact. Door elkaar aan het lachen te maken zouden individuen gemakkelijk een vriendschapsband kunnen aangaan en sociale spanning kunnen voorkomen. 

Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat ratten die sterk reageren op gekietel ook een meer speels karakter hebben. Het is nog onduidelijk of dat bij mensen ook zo is.  

Lees ook:
– Hoeveel botten heeft een mens eigenlijk?
– Hoeveel bloed heeft een mens?
7 feiten en een bizarre mythe over niezen

Zo plan je de ideale dagindeling in je vrije tijd

Z

Als je een dagje vrij hebt, of vakantie, kun je je dagindeling helemaal zelf bepalen. Maar hoe plan je zo’n dag op een slimme manier. 

De verleiding is groot om een vrije dag van tevoren al vol te plannen met leuke activiteiten: ‘s ochtends koffie drinken met een goede vriend of vriendin, ‘s middag sporten, ‘s avonds een etentje, naar de bioscoop, of juist luieren op de bank.

Maar pas op: schrijf je plannen niet te gedetailleerd op.  

Hoe minutieuzer je ontspannende uitjes plant, hoe minder je er namelijk van van geniet. Dat heeft de Amerikaanse psychologe Selin Malkoc van de Universiteit van Ohio aangetoond met een grote studie. 

De beste dagindeling in je vakantie

Malkoc kwam op het idee voor het onderzoek toen ze twee jaar geleden in haar geboorteland Turkije was en in korte tijd zo veel mogelijk vrienden bezocht. Haar dagindeling 

 “Ik had een strak schema gemaakt om iedereen te kunnen zien”, vertelt ze via Skype. Maar al snel gingen haar bezoekjes aan vrienden als verplichtingen voelen.

“Ik zei op een bepaald moment tegen mijn man: ik moet nog met mijn beste vriendin lunchen. Daar schrok ik zelf van, want zo’n afspraak is geen kwestie van moeten.”

Malkoc besloot uit te zoeken of meer mensen last hebben van een verplichtingsgevoel bij geplande uitjes. Ze organiseerde 13 experimenten waarbij proefpersonen een strak of losser geplande activiteit moesten beoordelen met een cijfer.

Deelnemers mochten bijvoorbeeld samen met een vriend gratis een kop koffie drinken op een specifiek tijdstip, of in een tijdspanne van twee uur, bijvoorbeeld tussen 12 en 2.  

Waarom losjes plannen leuker is

Bij een ander experiment kregen studenten een grappige video te zien op YouTube. Sommige proefpersonen mochten het filmpje meteen bekijken, anderen moesten een datum en tijdstip prikken.

Wat bleek? Mensen gaven gemiddeld hogere cijfers aan de activiteiten als ze losjes waren gepland. Vooral de begintijd had veel invloed. Als er geen stipt begintijdstip was, vermaakten proefpersonen zich beter tijdens het kopje koffie en het filmpje. ‘Je hebt dan niet het gevoel dat je je moet haasten om op tijd te komen’, aldus Malkoc.

Ze vermoedt dat we minder lol beleven aan op de minuut geplande ontspanning, omdat het ons herinnert aan de kantoorcultuur. “Op kantoor moeten we al volgens onze agenda leven, als je dat in je vakantie ook doet, krijg je het gevoel dat je aan het werk bent.”

Volgens Malkoc kun je met enkele simpele maatregelen voorkomen dat je geplande activiteiten in ‘moetjes’ veranderen. Ze geeft drie tips. 

Zo plan je je dagindeling met meer plezier

  • Plan je ontspanning voortaan op basis van dagdelen, zoals de ochtend of de middag.’
  • Gebruik een papieren agenda. Een elektronische agenda dwingt je vaak om toch een precies tijdstip te plannen.’
  • Houd ruimte vrij in je agenda om spontaan iets af te spreken, of om spontaan even helemaal niets te doen.’ 

Bronvermelding:
The Calendar Mindset: scheduling takes the fun out and puts the work in – Journal of Marketing Research – december 2016, Selin Malkoc 

Lees ook:
– Dit namenspel stimuleert je geheugen op 3 manieren
– Onthouden: zo werkt je kortetermijngeheugen
– Episodisch geheugen: dit is waarom je kunt tijdreizen in je brein

Hoe overleef je op de koudste plek op aarde?

H
koudste-plek-Antarctica

Hoe is het om te wonen op de koudste plek op aarde, oftewel de Zuidpool? Wat trek je aan als je ‘s avonds gaat slapen. Wat eet je? En hoe bescherm je jezelf tegen sneeuw en ijs? 

De wetenschappers die werken op het Zuidpoolstation Amundsen-Scott hebben elke dag te maken met deze vragen. De gemiddelde temperatuur op Antarctica is -49 graden Celsius.  Hun leefomgeving is dan ook uitgerust met de modernste voorzieningen en technieken om de strijd te winnen tegen  sneeuw, wind en extreme kou. 

(De koudste plek op Antarctica is trouwens het eiland Vostok, daar is gemiddeld -55 graden)

In dit artikel zet ik de belangrijkste voorzieningen op een rij die je nodig hebt om te overleven in deze kou. 

Leven op De koudste plek op aarde

Het Zuidpoolstation Amundsen-Scott is relatief nieuw. Het is gebouwd in 2003. Maar het is niet het eerste onderzoeksstation op de Zuidpool. 

Vlak naast het het gebouw stond tot 2009 het oude koepelvormige onderzoeksstation dat van 1975 tot 2003 in gebruik was. De ‘Zuidpool Dome’ had geen ramen en raakte in de loop der jaren voor een groot gedeelte bedekt onder de sneeuw. Het gebouw was alleen nog toegankelijk via een tunnel in de sneeuw.  Inmiddels is het complex afgebroken. 

Het nieuwe Zuidpoolstation is een stuk moderner. Hieronder lees je over de belangrijkste voorzieningen. 

IJsfundering
De koudste plek op aarde vraagt om een speciale bouwmethode. Het onderzoeksstation is gebouwd op een 5 meter hoge fundering van samengeperst ijs. De pilaren steunen op balken in het ijs, die het gewicht van het gebouw verdelen over het oppervlak.

Aerodynamisch ontwerp
Door het aerodynamische ontwerp van de onderkant van het station wordt de poolwind onder het gebouw door geleid. Op die manier wordt sneeuw en ijs daar weggeblazen, zodat het gebouw niet zomaar ingesneeuwd raakt. 

Uitschuifbare pilaren
Het onderzoeksstation is gebouwd op 36 hydraulische pilaren, die moeten voorkomen dat het gebouwd wordt bedolven onder de sneeuw.  De pilaren zijn nu 3,5 meter lang, maar kunnen het station opkrikken tot 7 meter hoogte als het sneeuwniveau op de Zuidpool stijgt, zoals wordt voorspeld. 

Speciale kleding
Als je op de koudste plek ter wereld woont, heb je veel kleding nodig. Er is een aparte opslagruimte voor de kleren van de bemanning .De onderzoekers dragen zeven lagen om zich te beschermen tegen de kou.

Lees ook: wat is eigenlijk de normale lichaamstemperatuur van een mens?

Groentekas 
Het onderzoeksstation beschikt over een kas waarin verse groente wordt gekweekt zoals tomaat en komkommer. De energie wordt opgewekt met een generator waar kerosine in gaat, maar er zijn plannen om windenergie te gaan gebruiken. In het filmpje hieronder krijg je een rondleiding:

Vliegvervoer
Elk onderdeel van het onderzoeksstation is tijdens de bouw per vliegtuig naar de Zuidpool vervoerd. Als er een vliegtuig op bezoek is bij het onderzoeksstation, blijft de motor trouwens altijd draaien, ook na de landing. Starten in de extreme kou is  bijna onmogelijk.   

Keuken
De keuken is één van de belangrijkste plekken in het onderzoeksstation. Een mens op de Zuidpool moet 5000 calorieën per dag eten om te compenseren voor de energie die zijn lichaam verliest in de kou. En dan nog valt de gemiddelde onderzoeker  4 tot 6 kilo af tijdens een verblijf van een jaar. 

Medische ruimte
Het gebouw beschikt over een geavanceerde medische ruimte, waarin soms zelfs operaties worden uitgevoerd. In de winter is het voor de onderzoekers onmogelijk om naar de bewoonde wereld te vliegen en zich daar te laten behandelen. Het is dan de hele dag donker, zodat opstijgen met een vliegtuig onmogelijk is.

Anti-verschuiving-technologie
Op precies 12.1 meter onder het onderzoeksstation  is een elektronisch apparaat verankerd, dat meerdere malen per dag de geolocatie van het gebouw berekent. Zo kan in de gaten worden  gehouden of het station verzakt, verschuift of juist omhoog wordt getild door de sneeuw.

Slapen in een kleine ruimte
In het station kunnen maximaal 150 onderzoekers verblijven. In de zomer is de bezetting hoger dan in de winter. De wintervertrekken zijn met 2,7 bij 2,4 meter iets groter dan de zomervertrekken (2.7 bij 2.1 meter) omdat onderzoekers in de winter minder vaak naar buiten kunnen. 

Dit is het bekendste treinongeluk ooit – door deze foto

D

Dit is waarschijnlijk de beroemdste foto die ooit is gemaakt van een treinongeluk. Op 22 oktober 1895 boorde een trein zich door de glazen wand van het het station Gare Montparnasse bij Parijs.

De locomotief kwam met de voorwielen op het 10 meter lager gelegen Place de Rennes terecht. 

Treinongeluk met één slachtoffer

De machinist zou later verklaren dat hij op volle snelheid het station binnenreed omdat hij een vertraging wilde goedmaken. Hij kreeg uiteindelijk een gevangenisstraf en een boete van 50 franc.

Bij het ongeluk kwamen verbazingwekkend genoeg geen passagiers om het leven. Er viel wel één dode te betreuren. Een vrouw die precies onder het station op het Place de Rennes liep op het moment dat de trein ontspoorde, overleed ter plekke.

Het ongeluk op Gare Montparnasse wordt nagespeeld in de 3D-film Hugo, die vijf Oscars won.

veertien paarden

Overigens is deze foto pas een tijdje na het ongeluk gemaakt. De locomotief bleef namelijk werd namelijk niet meteen afgevoerd. Een poging om het gevaarte met 14 paarden weg te trekken, mislukte. Pas na 48 uur slaagden 10 man erin om de locomotief met een lier van 250 ton uit het station te takelen.

Het dodelijkste treinongeluk ooit

Op 26 december 2004 bestormden duizenden mensen een stilstaande trein in Sri Lanka om te schuilen voor de tsunami. De vloedgolf tilde de trein op en smeet het voertuig tegen een heuvel. Meer dan 1700 passagiers overleden. Het staat nu in de boeken als het dodelijkste treinongeluk ooit.

Boze tongen beweren dat Noord-Korea in 2004 werd opgeschrikt door een nog veel grotere spoorwegramp. In het station van Ryongchon (Noord Korea) zouden twee vrachttreinen tegen elkaar zijn gebotst, waarna de lading, bestaande uit benzine en vloeibaar aardgas, tot ontploffing kwamen. Zuid-Koreaanse media maakten melding van 3000 doden. Maar dat aantal is nooit bevestigd door de Noord-Koreaanse overheid. 

Het op één na grootste treinongeluk gebeurde in de Indiase deelstaat Bihar. Op 6 juni 1981 ontspoorde een passagierstrein met tussen de steden Mansi en Sahar. Alle wagons kwamen in de rivier Bagmati terecht, er vielen meer dan 800 doden.  

Lees ook:
– De eerste spoorlijn: zo begon het Nederlandse treinverkeer

ontdekking: dit is Waarom een mierenkoningin zo lang leeft

o
mierenkoningin

Wetenschappers hebben ontdekt waarom de koningin van een mierenkolonie veel langer leeft dan andere mieren. 

Een speciaal eiwit zorgt ervoor dat deze mierenkoningin soms wel dertig keer zo oud wordt als haar soortgenoten. En dat komt door een wisselwerking met insuline, een stof die ook in het menselijk lichaam een belangrijke rol speelt.

De ontdekking is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Science.

Wat doet een mierenkoningin?  

Voordat je verder leest over het lange leven van de mierenkoningin, is het handig om te weten wat haar rol precies is in een kolonie. De koningin heeft een status aparte: ze is het enige vrouwtje dat zich voortplant.

Voordat ze een kolonie sticht, wordt één keer bevrucht door een mannetje (in de zogenoemde bruidsnacht). Daarna heeft ze genoeg zaadcellen in haar lichaam om haar leven lang eitjes te produceren. 

Tijdens haar leven zet ze miljoenen nakomelingen op de wereld. De meeste eitjes die ze legt worden bevrucht. Daaruit komen werkers, die de kolonie voorzien van voedsel.

Eitjes die onbevrucht blijven, groeien uit tot vrouwelijke mieren. Dat worden mogelijk nieuwe koninginnen die weer een eigen kolonie stichten.  (Lees ook hoe je een mierenkoningin herkent)

Bij sommige mierensoorten kan de koningin wel 30 jaar oud worden. En dat terwijl gewone mieren maar maximaal één jaar leven. Hoe kan dat?

Vechten om koningin te worden

Wetenschappers van New York University bestudeerden de mierensoort Harpegnathos saltator om daar achter te komen.. Bij deze mieren gebeurt er namelijk iets vreemds als de koningin sterft. 

De werkers vechten dan met elkaar uit wie de koningin mag opvolgen. De mier die deze strijd wint, gaat zich gedragen als een koningin en heeft opeens een langere levensverwachting. 

Maar soms blijkt de strijd toch nog niet helemaal beslist. Een andere werker neemt dan de plek van de nieuwe koningin weer in. Haar levensverwachting daalt vervolgens onmiddellijk weer.  De grote vraag is wat er in het lichaam van zo’n tijdelijke koningin precies gebeurt. 

Eiwitten en insuline

De Amerikaanse wetenschappers vonden het antwoord. Wat blijkt? Een mier die plotseling koningin wordt, gaat veel meer insuline produceren. Die stof zorgt ervoor dat de lichaamscellen van dieren (en mensen) suiker kunnen opnemen. Hoe meer je ervan produceert, hoe makkelijker je lichaam suiker als brandstof kan gebruiken.   

Toch is die aanmaak van insuline ergens vreemd. Want bij mensen zorgt een grote productie van die stof juist voor een minder hoge levensverwachting. De stof heeft namelijk ook allerlei schadelijke effecten die het verouderingsproces versnellen. 

Maar het lichaam van de mierenkoninginnen heeft daar iets op gevonden. De dieren maken ook een speciaal eiwit aan met de naam Imp-L2. Dat stofje zorgt ervoor dat het schadelijke effect van insuline op de levensverwachting ongedaan wordt gemaakt.  

Is De mierenkoningin een fontein van eeuwige jeugd?

De wetenschappers hopen dat hun studie ooit kan leiden tot een behandeling waarbij insuline ook het leven van mensen kan verlengen. (lees ook hoe wetenschappers zoeken naar behandelingen voor Alzheimer). Zo’n therapie is nog ver weg, maar volgens hoofdonderzoeker Hua Yan zijn mieren wel het ideale studieobject. 

“Bij de meeste dieren waarbij de levensverwachting kan worden gemanipuleerd zoals muizen of vliegen, praat je over een verlenging van de levensduur van 10 tot 20 procent”, verklaart ze in het persbericht. “Maar de mieren leven wel 500 procent langer. Daarom is het ontzetten interessant om ze te bestuderen. 

Lees ook:
Kan de naakte molrat ervoor zorgen dat mensen straks langer leven?

Hoe herken je een mierenkoningin in een kolonie? 

Bekijk het filmpje, of de kenmerken van de koningin onder het filmpje.

  • Je herkent de koningin in een mierenkolonie vooral aan haar formaat. Ze is meestal een stuk groter dan de andere mieren. Dat komt omdat haar lichaam meer energie nodig heeft voor de voortplanting. 
  • Een mierenkoningin heeft vleugels. Die gebruikt ze vooral om haar partner te vinden. Als ze zich eenmaal aan het voortplanten is, gebruikt ze haar vleugels niet meer.   
  • Ze heeft verder een opvallend grote thorax, oftewel borst. Dat lichaamsdeel zit tussen de nek en de buik. Bij een koningin neemt de thorax de helft van het lichaam in beslag. 

Paracetamol werkt door deze truc met je lichaamscellen

P
paracetamol-foto

Hoe werkt paracetamol eigenlijk? Die vraag kwam in me op na een tandartsbehandeling die bijna een uur duurde. Ik kreeg een implantaat voor een nieuwe voortand

Na de behandeling ontstond er al snel een zeurende pijn in mijn kaak en hoofd. Maar na drie paracetamol voelde ik me weer kiplekker. Hoe kan dat? Hoe nemen die onbenullige witte pilletjes de pijn weg? 

Gek genoeg hebben wetenschappers van King’s College in Londen pas enkele jaren geleden ontdekt wat paracetamol precies doet in je lichaam.

Hoe werkt paracetamol dan?

Paracetamol zorgt voor de aanmaak van een stofje waardoor veel cellen in je lichaam minder pijnsignalen doorgeven aan je hersenen. Het stofje dat die pijnblokkade veroorzaakt heet NAPQI.

Zelf doet die stof eigenlijk niet zo veel. Het zet vooral een bijzonder eiwit aan het werk. 

Dat eiwit met de naam TRPA1 zit op bijna al je lichaamscellen en speelt een rol bij de doorgifte van pijn, maar ook kou en jeuk. Maar de paracetamol zorgt ervoor dat het eiwit verandert in een stoorzender. 

Zo verdwijnt je pijn

Als je zenuwen pijn waarnemen, sturen ze die signalen normaal gesproken door naar je hersenen. Daardoor ben je je bewust van de pijn. Maar als het eiwit TRPA1 in aanraking komt met de stof NAPQI,  verstoort het die pijnsignalen opeens. Ze komen dus niet – of in veel mindere mate aan – in je hersenen.

De paracetamol zorgt er dus voor dat er in je lichaam een soort schild ontstaat voor pijn.

Muizen als proefkonijnen

Wetenschappers hebben dat ontdekt door muizen te kweken die het eiwit TRPA1 niet in hun lichaam hebben. Wat bleek? Bij deze muizen werkte paracetamol niet meer. Normaal gesproken hebben muizen die paracetamol krijgen minder last van pijnprikkels. Ze kunnen bijvoorbeeld zonder veel moeite over een hete plaat lopen. 

Maar muizen die geen TRPA1 in hun lichaam hadden, reageren niet op paracetamol. Ook al krijgen ze nog zo veel van het medicijn, ze blijven net zo veel pijn voelen als altijd. Lees hier meer over het experiment. 

In onderstaand filmpje leer je meer over de algemene werking van pijnstillers zoals paracetamol en ibuprofen.

De geschiedenis van paracetamol

Gek genoeg was de precieze werking van paracetamol lange tijd onbekend. Het middel dat ook wel bekend staat als acetaminophen werd voor het eerst in een laboratorium gemaakt door de Amerikaanse scheikundige Harmon Northrop Morse in 1878. 

Pas lang na zijn dood werd ontdekt dat de stof uitstekend werkte als pijnstiller. De Duitse arts Joseph von Mering diende het voor het eerst toe aan patiënten. Maar pas vanaf 1940 werd het middel echt populair. 

Nu is paracetamol de meest gebruikte pijnstiller ter wereld. Per jaar wordt er ongeveer 150.000 ton van de pijnstillende stof acetaminophen geproduceerd. 

Hoeveel bloed heeft een mens? En hoeveel kun je ervan missen?

H
bloed

Als mens heb je genoeg bloed in je lichaam om vijf melkpakken te vullen: ongeveer vijf liter dus. Dat is natuurlijk slechts een gemiddelde. Om de hoeveelheid bloed in jouw lichaam te berekenen, kun je een simpele rekensom maken. 

Als je volwassen bent, bestaat ruwweg 8 procent van je lichaamsgewicht uit bloed, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Dus pak een rekenmachine, en vermenigvuldig je lichaamsgewicht met 0,08.  

Maar wat betekent dat getal precies? Hoeveel bloed kun je bijvoorbeeld verliezen zonder in levensgevaar te komen? In Florida werd onlangs bijvoorbeeld een tiener aangevallen door een haai. Hij verloor drie liter bloed. Was hij ten dode opgeschreven, of niet.  

Daar kom je achter in dit artikel over bloed.  

Hoeveel bloed heeft een mens? van baby tot volwassene

De hoeveelheid bloed in je lichaam is niet alleen afhankelijk van je lichaamsgrootte. Ook je leeftijd heeft er invloed op. In het lichaam van een baby stroomt ongeveer 0,3 liter bloed. Je zou er net een flesje cola mee kunnen vullen. 

Maar het groeiende lichaam maakt snel meer bloed aan. Kinderen tussen de 5 en 12 jaar  hebben relatief gezien zelfs meer bloed dan volwassenen. Door hun aderen stroomt ongeveer 5 liter, maar hun lichaam is kleiner. Kinderen bestaan dus voor een groter deel uit bloed dan hun ouders. 

Ook tussen de seksen is er verschil. Zo hebben mannen gemiddeld meer bloed (5,6 liter) dan vrouwen (4,6 liter). Maar dat verandert als een vrouw zwanger wordt. Ze maakt dan gemiddeld 50 procent meer bloedplasma aan om de foetus in leven te houden. 

Met het woord bloedplasma wordt trouwens het vloeibare gedeelte van je bloed aangeduid. 

Waaruit bestaat je bloed? Van bloedplasma tot….

Bloed bestaat voor ongeveer de helft uit bloedplasma. Eigenlijk is dat plasma niets meer dan een vloeistof die voor 92 procent uit water. Je bloedplasma is gelig van kleur. En dat komt vooral door de voedingsstoffen, eiwitten en hormonen die erin zitten. 

Nu denk je misschien: maar bloed is toch rood? Ja, maar dat komt dan weer door de vaste onderdelen die in je bloedplasma drijven: rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes. Die vaste componenten van je bloed hebben alledrie een specifieke taak. 

Rode bloedcellen

De rode bloedcellen doen misschien wel het belangrijkste werk. Ze vervoeren zuurstof door je lichaam, zodat de verschillende organen goed kunnen werken. De naam rode bloedcellen komt trouwens niet uit de lucht vallen. Deze cellen geven je bloed een rode kleur door de stof hemoglobine. 

Witte bloedcellen

Je witte bloedcellen worden ook wel leukocyten genoemd. Het zijn de ‘vechtersbazen’ van je bloed. Ze vechten tegen infecties en lichaamsvreemde stoffen die je lijf binnendringen, zoals bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. Deze witte bloedcellen worden samen met rode bloedcellen aangemaakt in je beenmerg, het binnenste van je botten (lees hier hoeveel botten een mens heeft)

Bloedplaatjes

Je bloedplaatjes komen vooral in actie als er ergens in je lichaam een wond ontstaat. Deze minuscule cellen zonder celkern zorgen zorgen ervoor dat je bloed stolt en er een korstje ontstaat op de plek van de wond. Ook bloedplaatjes worden geproduceerd in het beenmerg. 

Overigens zorgt bloed er ook voor dat je lichaamstemperatuur op peil blijft. De normale lichaamstemperatuur is trouwens lager dan je denkt.

In dit filmpje zie je precies wat je bloed allemaal regelt in je lichaam.

Hoeveel bloed kun je afstaan? 

Hoeveel bloed heeft een mens nodig? Nou, een stuk minder dan 5 liter. Dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek.

Je kunt met gemak 10 procent van je totale hoeveelheid bloed missen. Als je bloed doneert wordt er 0,5 liter afgenomen. Je voelt je daarna hooguit een beetje duizelig, omdat er door het bloedverlies iets minder zuurstof naar je hersenen gaat. 

Ook je uithoudingsvermogen kan een beetje teruglopen. Dat komt omdat je iets minder rode bloedcellen hebt, en minder plasma. Je lichaam heeft daardoor meer moeite om zuurstof op de juiste plek te krijgen bij inspanning. 

Maar over het algemeen hertel je razendsnel van een bloeddonatie. Je lichaam maakt namelijk op hoog tempo nieuw bloed aan.  

Hoe snel maakt je lichaam nieuw bloed aan? 

Als je genoeg drinkt na het geven van bloed, is het grootste deel van je bloedvoorraad binnen een dag weer op peil. Binnen 12 tot 24 uur heb je weer evenveel bloedplasma als voor de donatie. Ook de hoeveelheid bloedplaatjes is binnen een paar uur weer aangevuld. 

Toch duurt het een paar weken voordat je ‘bloedhuishouding’ weer helemaal op peil is. En dat heeft vooral te maken met je rode bloedcellen.  

Per seconde produceer je ongeveer 2 miljoen rode bloedcellen. En toch is dat tempo niet hoog genoeg om je totale voorraad van 5 biljoen snel weer aan te vullen. Pas na ongeveer acht tot zestien weken heb je weer evenveel rode bloedcellen als voor de donatie. 

Daar merk je zelf niets van. Maar het is wel de reden mannen na een bloeddonatie 54 dagen moeten wachten voordat ze opnieuw bloed mogen geven. Vrouwen moeten zelfs vier maanden wachten, omdat de aanmaak van rode bloedcellen bij hen iets langzamer gaat. 

Hoeveel bloed heeft een mens minimaal nodig? 

Natuurlijk zit er een grens aan de hoeveelheid bloed die je lichaam kan vervangen. Als je meer dan 15 procent van je bloedvoorraad verliest, begin je lichte klachten te krijgen. Je hartslag gaat dan iets omhoog en je begint minder urine te produceren. Ook voel je je vaak opgejaagd of een beetje angstig, omdat je bloeddruk zakt. 

Wanneer je meer dan 30 procent van je bloed verliest, komt je lichaam echt in problemen. Je bloeddruk wordt dan gevaarlijk laag. Je voelt je gedesoriënteerd en je gaat sneller en oppervlakkiger ademhalen. 

Hoe meer bloed je verliest, hoe meer moeite je lichaam heeft om het rond te pompen naar je verschillende organen. De kans is groot dat je hersenen te weinig zuurstof krijgen. Uiteindelijk val je dan flauw. 

Bij meer dan 40 procent bloedverlies krijgen organen te weinig zuurstof om nog te functioneren. Je kunt dan in een coma raken. 

Bij hoeveel bloedverlies overlijd je?

Als meer dan 50 van je bloedvoorraad verloren is gegaan, kan je lichaam niet langer bloed transporteren. Je hart stopt dan met pompen en je verliest het bewustzijn.  Als je geen acute hulp krijgt, zul je overlijden. Kortom: meer dan de helft van je bloedvoorraad verliezen, zul je normaal gesproken niet overleven. 

De Amerikaanse tiener Lucas Cruz werd in september 2021 aangevallen door een haai toen hij voor de kust van de Florida Keys naar kreeften zocht in een bootje met zijn benen over de reling. 

De haai beet diepe wonden in zijn beide benen, en Lucas verloor 70 procent van zijn totale hoeveelheid bloed, meer dan drie liter. Wonder boven wonder slaagden artsen erin om hem toch te redden. Hier lees je zijn verhaal

Inmiddels is Cruz hersteld van de aanval, en heeft hij weer evenveel bloed in zijn lichaam als ieder ander mens: ongeveer vijf liter.  

Die grote hoeveelheid bloed in het menselijk lichaam is misschien ook wel de reden dat haaien soms mensen aanvallen. De dieren kunnen één druppel bloed ruiken op ongeveer 500 meter afstand.

Lees ook:
– 7 feiten en een mythe over je huid
– Je huid bevat 1000 soorten bacteriën – en die zitten op deze onverwachte plekken
– Hoeveel botten heeft een mens eigenlijk?

Hoe maak je vrienden na je dertigste?

H

Kun je nog echte vrienden maken na je dertigste? Een paar jaar geleden merkte ik dat mijn vriendenkring een beetje was ‘vastgeroest’. Op borrels en verjaardagen nodigde ik voornamelijk dezelfde twintig mensen uit: een vriendengroep waarmee ik ben opgegroeid in Pijnacker, aangevuld met wat studievrienden en een enkele collega. 

Er kwamen wel nieuwe kennissen in mijn leven, maar weinig echte vrienden. Was het de leeftijd? Had ik te druk gekregen met werk, of werd ik een beetje eenkennig?

Wat blijkt, volgens wetenschappers is dat een vastgeroeste vrienden kring op je dertigste goed verklaarbaar: dertigerplussers blijven hangen in vriendschappen uit het verleden en hun sociale cirkel zit ‘op slot’.

Wat zegt de wetenschap over het maken van vrienden op latere leeftijd? Ik schreef er een verhaal over voor de Volkskrant en sprak verschillende experts. Hieronder lees je het.

Vrienden maken na je dertigste

‘Het klinkt wat cru, maar in de sociale cirkels van dertigers is inderdaad weinig plek voor nieuwe contacten’, zegt Robin Dunbar, psycholoog aan de Universiteit van Cambridge. Ik heb hem gebeld, omdat hij de ontdekker is van de wetenschappelijke vriendschapslimiet – het maximum aan vrienden dat mensen kunnen onderhouden.

Natuurlijk, de ene vriendenkring is groter dan de ander, geeft hij toe. ‘Extraverten hebben bijvoorbeeld relatief veel vrienden, ze verdelen hun tijd over meer mensen en leggen dus minder diepgaande contacten.’

Maar zelfs de grootste sociale wonderkinderen kunnen hun vriendenkring niet oneindig oprekken. Dunbar toonde in de jaren negentig aan dat de grootte van de hersenschors van mensapen nauw samenhangt met de grootte van de groepen waarin ze leven.

Zo hebben gorilla’s gemiddeld 20 groepsgenoten, terwijl de met een relatief grotere neocortex uitgeruste chimpansees in troepen van 35 individuen door de bomen slingeren. 

Hoeveel vrienden kan een mens maken?

Dunbar schatte dat mensen gezien hun hersenschors maximaal 148 vrienden en kennissen zouden kunnen onderhouden.

Toen hij de sociale netwerken van proefpersonen onder de loep nam, bleek dat getal te kloppen. Dat maximum aantal vrienden staat inmiddels bekend als Dunbar’s number. En de limiet van alleen bij moderne mensen. ‘Bij legerheden in het Romeinse rijk lag de grens ook rond de 150 soldaten’, zegt Dunbar. Opgravingen suggereren volgens hem dat zelfs jagerverzamelaars in groepen van deze grootte leefden. ‘Met meer mensen verlies je blijkbaar het overzicht.’ 

Hieronder zie je een korte uitleg van Dunbar’s number.

Er zijn trouwens ook wetenschappers die hun twijfels hebben bij het getal van 150 vrienden. Aannemelijker is dat het vriendenmaximum voor iedereen verschillend is.

Experiment: vrienden maken via meetup

Ik heb lang geen honderdvijftig vrienden. Moet ik gewoon meer mijn best doen? Het is zaterdagavond. Een man die ik tien minuten geleden heb leren kennen, trakteert me op een biertje in de Italiaanse bar Gusto’s in Den Haag. Hij stelt zich voor als Andy. ‘Normaal begin ik geen praatjes meer met wildvreemden’, zegt hij. ‘Mensen kijken je raar aan: ze denken dat je iets van hen wilt.’

Vandaag is de situatie anders. Andy is net als ik bezoeker op een bijeenkomst van Meetup.com, een internetsite waarop gebruikers borrels of uitjes organiseren om mensen die dezelfde interesses te leren kennen.

Andy emigreerde enkele jaren geleden met zijn gezin vanuit Engeland naar Nederland. ‘Vrienden maken vind ik lastig hier. Het lijkt wel alsof groepen schoolvrienden en jaarclubs heilig zijn en niemand echt zit te wachten op nieuwe contacten.’  

Ergens herken ik zijn probleem. Ik heb vaak genoeg een leuk gesprek met een andere man in een kroeg of op een borrel. Maar iemand daarna meteen uitnodigen voor vriendschapsbevorderende activiteiten als samen sporten of bier drinken, doe ik niet snel. En als ik toch zo vrij ben, komt het tot hooguit één of twee afspraken en niet tot een hechte vriendschap. Ik vraag me af of het bij Andy anders zal zijn. ‘Laten we in ieder geval nog eens een biertje doen’, zeg ik na een interessant gesprek over nieuwe mensen ontmoeten. 

PAs op: weinig plek voor echte vrienden

Maar de kans dat hij echt een goede vriend wordt is klein, waarschuwt Dunbar. Het vriendenmaximum van 148 sociale contacten is bedrieglijk. Je hebt minder ruimte dan je denkt.

In de menselijke sociale cirkel is namelijk weinig plek in het centrum – daar waar je echte vrienden zich bevinden. Dunbar schetst het patroon van een sociaal netwerk aan de hand van rimpelvorming in het water. ‘Gooi een steen in een meer en kijk naar de kringen die daar dan omheen ontstaan’, zegt hij. ‘Dat is hoe je sociale cirkel eruit ziet.’ 

In de binnenste cirkel zitten je dierbaren: drie tot vijf grootste zielsverwanten. De twee kringen daaromheen wordt volgens Dunbar bevolkt door respectievelijk 15 en 30 personen. ‘Dat zijn je goede vrienden, mensen die je een keer per week of maand ziet en waarmee je diepere gevoelens deelt.’

Kinderen zitten vriendschap in de weg

De mensen in de buitenste lagen zijn meer kennissen met wie je eens per halfjaar of nog minder afspreekt.

Vooral bij dertigers zijn de drie ‘inner circles’ bezet door het gezin, familieleden en vrienden uit de jeugd. Drukke banen en om aandacht vragende kinderen beperken de tijd voor nieuwe contacten. ‘Er is minder beweging in hun netwerken, ze ontmoeten niet meer elk weekend mensen in het café’, zegt Dunbar. 

De overvolle sociale netwerken maken een vriendenjacht lastig voor volwassenen die naar een andere stad verhuizen, of gewoon nieuwe mensen willen ontmoeten. De oplossing? ‘Boor nieuwe netwerken aan bij een sport- of hobbyvereniging’, zegt Dunbar. ‘Een bijeenkomst als Meetup is een goed begin, maar misschien moet je inventiever zijn.’

Zingen voor nieuwe contacten?

Een paar dagen later sta ik bij het Prestige koor in Leiden. Dunbar heeft me namelijk een bijzonder advies gegeven. ‘Ga zingen in groepsverband. Dat is een bewezen effectieve manier om nieuwe vriendschappen te sluiten.’

De muzikale leider van het Prestige koor gebaart dat het mijn beurt is om te zingen. Ik staar naar de bladmuziek in mijn handen, maar heb geen idee bij welke regel we zijn. Noten lezen kan ik niet en zingen doe ik hooguit onder de douche. Achter me brengen zestig mensen uit volle borst de opening van Nothing Really Matters van Mr. Probz ten gehore in het Leidse Volkshuis.

Ik begin ook te zingen. Gelukkig word ik overstemd door de andere mannen om me heen. Na afloop van mijn zangbeurt geeft iemand me een schouderklopje, ook al zong ik naar mijn idee vals. Muzikale leider Ton van Diepen verzekert me even later dat een koor een snelkookplan is voor vriendschappen. ‘Deze groep in Leiden is net opgericht, maar in Hoorn zijn we langer bezig. Daar ontstonden binnen no time Whatsapp-groepjes van mensen die samen op high tea gingen.’ Zelf heeft hij zijn beste vriend overgehouden aan een koor. 

Geen toeval, denkt Robin Dunbar. ‘Uit mijn onderzoeken naar zang blijkt dat mensen in een koor sneller vriendschappelijke gevoelens voor elkaar krijgen dan bij andere verenigingen.’ Hij vermoedt dat zingen al vroeg in de evolutie is ontstaan om grote groepen mensen bijeen te houden. ‘Zingen is voor mensen mogelijk net zoiets als vlooien bij apen, je versterkt de onderlinge band.’

Je maakt stiekem toch nieuwe vrienden

Toch is vriendschappen forceren met wetenschappelijke trucs niet per se nodig. Socioloog Gerard Mollenhorst van de Universiteit van Utrecht predikt vooral geduld. Hij bracht de vriendennetwerken van 1007 proefpersonen tussen de 18 en 65 jaar in kaart

Zeven jaar later deed hij dat opnieuw. En wat bleek? Gemiddeld de helft van hun vriendenkring was vervangen door nieuwe contacten, zonder dat ze daar iets speciaals voor deden. 

De vriendschapsbarriere bij dertigers is volgens Mollenhorst dan ook deels een illusie. ‘Er komen echt wel langzaam nieuwe vrienden bij, alleen hebben je bij hen niet meteen hetzelfde gevoel als bij de mensen die je kent uit je middelbare school en studententijd en die je destijds elke dag zag.’

Blijf ik ook hangen in vriendschappen uit het verleden? ‘Goed mogelijk’, zegt Jaap Murre, psycholoog aan de UVA. Een kronkel in het menselijk geheugen zorgt ervoor dat iedereen zijn tienerjaren in het volwassen leven als een ijkpunt blijft gebruiken.

Valkuil: Vroeger was alles beter

‘Dingen die je in deze levensfase hebt beleefd, komen op de één of andere manier sneller weer bovendrijven.’ Dat effect wordt in de psychologie de reminiscence bump genoemd, vrij vertaald herinneringenbobbel. ‘Wanneer je proefpersonen de opdracht geeft om zo veel mogelijk willekeurige herinneringen op te schrijven, komt een buitenproportioneel grote berg van die momenten uit hun tienerjaren’, zegt Murre. Dat effect is behoorlijk sterk en goed onderbouwd met vele studies.’ 

Naar de oorzaak van dat geheugenfenomeen is het gissen. Mogelijk ontstaat het effect door het grote aantal vormende ervaringen dat mensen in deze levensfase meemaken. ‘Je eerst baantje, je eerste zoen’. Maar die theorie kan niet alles verklaren. ‘Mensen herinneren zich ook bijzonder veel futiele dingen uit deze fase”, zegt Murre. “Bijvoorbeeld zomaar een moment dat ze in de tuin aan het voetballen waren.’ Aannemelijker is dan ook dat tienerherinneringen sterker zijn, omdat het menselijk brein in je puberteit zijn piek bereikt qua efficiëntie. ‘Je visuele en auditieve geheugen functioneren rond je 16e jaar op het toppunt.’

Vrienden zijn als oude muziek

De grote berg herinneringen uit de tienerjaren heeft ook invloed op keuzes die we maken. Bij een onderzoek vroeg Murre via internet aan duizenden  proefpersonen wat hun favoriete boek, muziek en film was. Het was alsof de puber weer in hun boven kwam. Het overgrote merendeel koos voor werken die ze tussen hun 15e en 20e tot zich hadden genomen. ‘Het is daarom heel aannemelijk dat je vriendschappen uit deze tijd ook wat romantiseert.’

Je nieuwe vrienden afzetten tegen je oude schoolkameraden is dus oneerlijk. ‘Aan de vriendschappen uit je jeugd heb je intensere herinneringen dan aan de nieuwe mensen, al helemaal omdat je die ook korter kent.’ Volgens Murre is het geen gek idee om daar rekening mee te houden. ‘Geef nieuwe kennissen langer de tijd. Een vriendschap opbouwen is een lang proces.’

 geleidelijke weg heeft mij uiteindelijk de meeste nieuwe contacten opgeleverd. Sinds ik me een paar jaar geleden realiseerde dat mijn vriendenkring wat op slot zat, ging ik wat vaker naar maandelijkse borrels van tekstschijvers en journalisten. Ik sloot me via een collega ook aan bij een gezelschap voetballers dat elke maandagavond een balletje trapt op het strand in Scheveningen. En in de plaatselijke Coffee Company waar ik regelmatig werk, knoopte ik gesprekjes aan met bezoekers die herkende van eerdere keren. Langzamerhand eindigen dat soort steeds terugkerende contacten steeds vaker bij een glas bier in de kroeg, zonder dat ik daar bewust op aanstuurde. 

Vriendschap is: mensen vaker zien

In de wetenschap wordt dat ook wel het ‘bekend maakt bemind’-effect genoemd. Het meest bizarre bewijs voor dit fenomeen werd in 1968 geleverd door psycholoog Robert Zajonc. Hij observeerde hoe studenten op Oregon State University elke week bezoek kregen van een man die in een zwarte vuilniszak was gehuld. Alleen zijn voeten staken eronderuit. De studenten reageerden eerst afwijzend op hem. Maar na een paar maanden begonnen ze de ‘lopende vuilniszak’ vriendelijker te benaderen. Ze beschermden hem zelfs tegen opdringerige cameraploegen die het experiment kwamen filmen. Als we iemand regelmatig zien, gaat vriendschap sluiten dus bijna vanzelf.   

Toen ik onlangs mijn verjaardag vierde bestond zeker de helft van de aanwezigen niet meer uit mijn vertrouwde vriendengroep, maar uit mensen die ik in de afgelopen vijf jaar vaak tegenkwam bij borrels, in koffietentjes en bij voetbalpartijtjes. Kortom: vrienden maken gaat langzaam, maar het kan ook na je dertigste.

Lees ook:
– Met dit simpele namenspel leer je snel de namen van nieuwe mensen

 

Hoe wordt vuurwerk eigenlijk gemaakt? Over geschiedenis en records

H
vuurwerk-foto

De geschiedenis van vuurwerk gaat ongeveer 1500 jaar terug. Tijdens de Tang-dynastie in China gebruikten mensen al knalvuurwerk om boze geesten te verdrijven.

Nog steeds is vuurwerk nauwelijks weg te denken uit onze maatschappij, ook al pleiten steeds meer mensen voor een verbod. Voor het populair wetenschappelijk tijdschrift KIJK nam ik een duik in de geschiedenis van knalvuurwerk en siervuurwerk. Hoe wordt het gemaakt? Wie heeft het uitgevonden? En wat is ernstvuurwerk?

Hoe maak je (knal)vuurwerk

De ingrediënten voor de simpelste vorm van vuurwerk – het rotje – zijn al duizenden jaren hetzelfde. De kartonnen kokers worden gevuld met kaliumnitraat oftewel salpeter, houtskoolpoeder en zwavel in de verhouding 15:3:2. De eerste Chinese vuurwerkmakers gebruikten precies hetzelfde mengsel. 

Als je de lont van een rotje aansteekt, reageren de ingrediënten hevig op elkaar. De vaste stoffen worden omgezet in koolstofdioxide en stikstofgas. De druk in het kartonnen omhulsel neemt door die gassen razendsnel toe, zodat het rotje uit elkaar knalt. 

Hoe werken vuurpijlen

Vuurwerk wordt natuurlijk echter pas echt spectaculair als het door de lucht vliegt.  Het maken van een vuurpijl is wat ingewikkelder dan een rotje. Dit soort vuurwerk bevat meestal twee compartimenten met buskruit.

De eerste lading is bedoeld om de pijl de lucht in te lanceren. Een zeer langzaam brandende lont zet dit deel als eerste in vuur en vlam. De gassen die ontstaan, kunnen ontsnappen via een klein gaatje aan de onderkant: de straalpijp. Hierdoor vliegt de pijl omhoog. De houten stok aan de onderkant zorgt voor de nodige stabiliteit tijdens de vlucht. 

Wanneer de pijl zijn hoogste punt bereikt, heeft het vuur van de lont zich verspreidt naar het tweede compartiment. Dit is gevuld met buskruit en zogenaamde sterren die zorgen voor lichteffecten. 

De kleur van vuurwerk

De specifieke kleuren van vuurwerk komen tot stand door een reactie van metalen die zijn toegevoegd aan het buskruit. Door de explosie van het buskruit stijgt het energieniveau van de elektronen in deze metalen.

Als de ontploffing voorbij is, komen de elektronen weer langzaam in hun oude staat. De extra opgewekte energie komt dan vrij in de vorm van licht. De kleur van het licht hangt af van het soort metaal. Magnesium zorgt bijvoorbeeld voor wit licht, strontiumnitraat veroorzaakt een rode gloed, chloraat geeft een groene kleur af en koper zorgt voor blauw licht.  

Wat is Ernstvuurwerk? 

Vuurwerk steek je niet altijd af ter gelegenheid van een feestje. Als je op zee in nood raakt, kan zogenaamd ernstvuurwerk je laatste hoop op redding zijn.

Zeilers die hulp nodig hebben en geen verbinding meer hebben met het vaste land, schieten vaak lichtkogels af. Dat zijn een soort vuurpijlen die niet ontploffen, maar wel enkele tientallen seconden lang een groen of rood licht afgeven.

Ook in het leger wordt ernstvuurwerk gebruikt. Zo trekken soldaten soms een rookgordijn op met behulp van een rookbom.  

Tijdlijn: de geschiedenis van vuurwerk

200 voor Christus – Bamboerotjes
De voorlopers van rotjes zijn waarschijnlijk afgestoken tijdens de Han-dynastie in China. Boeren gooiden destijds bamboe in kampvuren om boze geesten op afstand te houden. De bamboestengels ontploften, omdat lucht aan de binnenkant uitzette door de hitte.      

1e eeuw – Bengaals vuurwerk
De bewoners van Bengalen (een regio in het noordoosten van Azië) kookten honderd jaar na Christus al voedsel op houtvuur. Ook voegden ze ze bij gebrek aan zout vaak salpeter aan hun eten toe. Het is volgens sommige wetenschappers mogelijk dat dit salpeter in aanraking kwam met het vuur en zorgde voor de eerste lichteffecten, waardoor zogenoemd Bengaals vuurwerk ontstond.

6e tot 10e eeuw – buskruit 
De Chinezen vonden waarschijnlijk tussen de zesde de tiende eeuw het buskruit uit. Ze gebruikten hun primitieve vuurwerk bij religieuze rituelen. Maar waarschijnlijk lanceerden ze ook al met buskruit gevulde raketten tijdens oorlogen. 

13e eeuw – Vuurwerk in Europa
De ontdekkingsreiziger Marco Polo bracht het buskruit waarschijnlijk in de dertiende eeuw naar Europa, waar het vooral voor de ontwikkeling van raketten en bommen wordt gebruikt. 

14e en 15e eeuw Italiaans vuurwerk
De Italianen begonnen als eerste volk in Europa zelf siervuurwerk te ontwikkelen. Ze zagen dit vuurwerk als een vorm van kunst. 

16e eeuw – Independence Day 
Het vuurwerk bereikt ook de Verenigde Staten. In 1777 wordt Independence Day voor het eerst gevierd, met vuurpijlen.   

19e eeuw – Vuurwerk in kleur  
Italiaanse vuurwerkdeskundigen oftewel pyrotechnici voorzien vuurwerk in 1830  voor het eerst van kleur. 

Feiten en cijfers over vuurwerk

  • De grootste vuurpijl ter wereld werd op 8 februari 2020 afgestoken in Colorado. De pijl woog 1270 kilo. Hierboven zie je een filmpje van de lancering.
  • Tijdens een gemiddelde jaarwisseling wordt er in Nederland ongeveer 12 miljoen kilo vuurwerk afgestoken. 
  • Een rotje mag  in Nederland maar 0,5 buskruit bevatten. Verder moet de lont zo vertragend werken dat het vuurwerk pas 3 seconden na het aansteken ontploft. 
  • Nederlanders mogen maximaal 10 kilo vuurwerk per persoon vervoeren. Knalvuurwerk mag niet luider klinken dan 156 decibel.
  • De meest getroffen lichaamsdelen bij vuurwerkongelukken zijn vingers (32%), handen (25%), ogen (15%) en het hoofd (13%)
  • Bij de grootste vuurwerkshow aller tijden in Dubai werden op 31 december 2014 maarliefst 479,651 stuks vuurwerk de lucht in geschoten binnen zes minuten. Dat leverde een vermelding op in het Guinness Book of Records.

Lees ook:
– Hoeveel calorieën zitten er in menselijke poep?
– Waarom zeggen we ‘gezondheid’ als iemand niest

Weetjes van een wetenschapsjournalist

Even voorstellen: Dennis Rijnvis

Als ik een stripheld zou zijn, zou ik er waarschijnlijk uitzien als op deze tekening. Mijn naam is Dennis Rijnvis. Ik ben schrijver, blogger en schreef als wetenschapsjournalist voor Quest en De Volkskrant. Op deze website deel ik inzichten over wetenschap, geschiedenis en zelfontwikkeling.

Op mijn andere blog Schrijfvis, geef ik schrijftips en advies voor storytelling.

Recente berichten

Recente reacties

Archieven

Categorieën

Meta