
Hoe is het om te wonen op de koudste plek op aarde, oftewel de Zuidpool? Wat trek je aan als je ‘s avonds gaat slapen. Wat eet je? En hoe bescherm je jezelf tegen sneeuw en ijs?
De wetenschappers die werken op het Zuidpoolstation Amundsen-Scott hebben elke dag te maken met deze vragen. De gemiddelde temperatuur op Antarctica is -49 graden Celsius. Hun leefomgeving is dan ook uitgerust met de modernste voorzieningen en technieken om de strijd te winnen tegen sneeuw, wind en extreme kou.
(De koudste plek op Antarctica is trouwens het eiland Vostok, daar is gemiddeld -55 graden)
In dit artikel zet ik de belangrijkste voorzieningen op een rij die je nodig hebt om te overleven in deze kou.
Leven op De koudste plek op aarde
Het Zuidpoolstation Amundsen-Scott is relatief nieuw. Het is gebouwd in 2003. Maar het is niet het eerste onderzoeksstation op de Zuidpool.
Vlak naast het het gebouw stond tot 2009 het oude koepelvormige onderzoeksstation dat van 1975 tot 2003 in gebruik was. De ‘Zuidpool Dome’ had geen ramen en raakte in de loop der jaren voor een groot gedeelte bedekt onder de sneeuw. Het gebouw was alleen nog toegankelijk via een tunnel in de sneeuw. Inmiddels is het complex afgebroken.
Het nieuwe Zuidpoolstation is een stuk moderner. Hieronder lees je over de belangrijkste voorzieningen.
IJsfundering
De koudste plek op aarde vraagt om een speciale bouwmethode. Het onderzoeksstation is gebouwd op een 5 meter hoge fundering van samengeperst ijs. De pilaren steunen op balken in het ijs, die het gewicht van het gebouw verdelen over het oppervlak.
Aerodynamisch ontwerp
Door het aerodynamische ontwerp van de onderkant van het station wordt de poolwind onder het gebouw door geleid. Op die manier wordt sneeuw en ijs daar weggeblazen, zodat het gebouw niet zomaar ingesneeuwd raakt.
Uitschuifbare pilaren
Het onderzoeksstation is gebouwd op 36 hydraulische pilaren, die moeten voorkomen dat het gebouwd wordt bedolven onder de sneeuw. De pilaren zijn nu 3,5 meter lang, maar kunnen het station opkrikken tot 7 meter hoogte als het sneeuwniveau op de Zuidpool stijgt, zoals wordt voorspeld.
Speciale kleding
Als je op de koudste plek ter wereld woont, heb je veel kleding nodig. Er is een aparte opslagruimte voor de kleren van de bemanning .De onderzoekers dragen zeven lagen om zich te beschermen tegen de kou.
Lees ook: wat is eigenlijk de normale lichaamstemperatuur van een mens?
Groentekas
Het onderzoeksstation beschikt over een kas waarin verse groente wordt gekweekt zoals tomaat en komkommer. De energie wordt opgewekt met een generator waar kerosine in gaat, maar er zijn plannen om windenergie te gaan gebruiken. In het filmpje hieronder krijg je een rondleiding:
Vliegvervoer
Elk onderdeel van het onderzoeksstation is tijdens de bouw per vliegtuig naar de Zuidpool vervoerd. Als er een vliegtuig op bezoek is bij het onderzoeksstation, blijft de motor trouwens altijd draaien, ook na de landing. Starten in de extreme kou is bijna onmogelijk.
Keuken
De keuken is één van de belangrijkste plekken in het onderzoeksstation. Een mens op de Zuidpool moet 5000 calorieën per dag eten om te compenseren voor de energie die zijn lichaam verliest in de kou. En dan nog valt de gemiddelde onderzoeker 4 tot 6 kilo af tijdens een verblijf van een jaar.
Medische ruimte
Het gebouw beschikt over een geavanceerde medische ruimte, waarin soms zelfs operaties worden uitgevoerd. In de winter is het voor de onderzoekers onmogelijk om naar de bewoonde wereld te vliegen en zich daar te laten behandelen. Het is dan de hele dag donker, zodat opstijgen met een vliegtuig onmogelijk is.
Anti-verschuiving-technologie
Op precies 12.1 meter onder het onderzoeksstation is een elektronisch apparaat verankerd, dat meerdere malen per dag de geolocatie van het gebouw berekent. Zo kan in de gaten worden gehouden of het station verzakt, verschuift of juist omhoog wordt getild door de sneeuw.
Slapen in een kleine ruimte
In het station kunnen maximaal 150 onderzoekers verblijven. In de zomer is de bezetting hoger dan in de winter. De wintervertrekken zijn met 2,7 bij 2,4 meter iets groter dan de zomervertrekken (2.7 bij 2.1 meter) omdat onderzoekers in de winter minder vaak naar buiten kunnen.